S. overwegende dat de leden van plaatselijke comité's van de Verenigde Boeddhistische Kerk van Vietnam d
ie in 2005 in negen provincies van Centraal- en Zuid-Vietnam zijn opgezet aan stelselmatige pesterijen door de politie werden blootgesteld wegens het verlenen van hulp aan mensen in deze arme provincies, en dat de tot deze kerk behorende monnik Thich Vien Phuong onherroepelijk veroordeeld is tot betaling van een boete die overeenkomt met het basisloon van 43 maanden, uitsluitend wegend het filmen van een oproep tot eerbiediging van mensenrechten en democratie in Vietnam, die door Thich Qua
ng Do in april 2005 ...[+++]tegenover de commissie van de VN voor de mensenrechten werd uitgesproken;
S. in der Erwägung, dass die Mitglieder von lokalen Ausschüssen der UBCV, die 2005 in neun Provinzen in Zentral- und Südvietnam eingerichtet wurden, systematisch von der Polizei eingeschüchtert werden, weil sie den Menschen in diesen armen Provinzen helfen, und dass der UBCV-Mönch Thich Vien Phuong rechtskräftig zu einer Geldstrafe verurteilt wurde, die 43 Monatsgehältern entspricht, nur weil er einen Appell für Menschenrechte und Demokratie in Vietnam gefilmt hatte, den Thich Quang Do im April 2005 an die UNO-Menschenrechtskommission gerichtet hatte,