Uit de motivering van het verwijzingsarrest blijkt dat de prejudiciële vraag betrekking heeft op de overeens
temming van artikel 1bis, § 2, van de wet van 18 maart 1838 met artikel 24 van de Grondwet, in samenhang met artikel 182 ervan, doordat het de Koning de bevoegdheid verleent de leerprogramma's te bepalen van de afdeling " Alle Wapens" , terwijl volgens d
e verzoeker voor de Raad van State het voormelde artikel 24 dat, wat de militairen betreft, door artikel 182 van de Grondwet wordt bevestigd, die aangelegenheid aan de wetgever v
...[+++]oorbehoudt.
Aus der Begründung des Verweisungsurteils wird ersichtlich, dass sich die präjudizielle Frage auf die Übereinstimmung von Artikel 1bis § 2 des Gesetzes vom 18. März 1838 mit Artikel 24 der Verfassung in Verbindung mit Artikel 182 der Verfassung bezieht, indem er dem König die Befugnis verleiht, die Lehrprogramme der Abteilung « Alle Waffen » festzulegen, während dem Kläger vor dem Staatsrat zufolge der obengenannte Artikel 24, der bezüglich der Militärpersonen durch Artikel 182 der Verfassung bestätigt wird, diese Angelegenheit dem Gesetzgeber vorbehält.