Moeten in dat laatste geval de in artikel 17, lid 2, neergelegde voorwaarden betreffe
nde „gelijkwaardige compenserende rusttijden” dan wel „een passende bescherming
” voor de betrokken werknemers in die zin worden opgevat dat hieraan kan worden voldaan door een bepaling die de werkzaamheden van de personen met een dergelijke overeenkomst beperkt tot ta
chtig werkdagen per jaar in vakantie- en vri ...[+++]jetijdscentra?
Sind im letztgenannten Fall die in Art. 17 Abs. 2 festgelegten Voraussetzungen, dass die betroffenen Arbeitnehmer „gleichwertige Ausgleichsruhezeiten“ und „angemessenen Schutz“ erhalten, so zu verstehen, dass sie durch eine Regelung, die die Tätigkeit der Inhaber der fraglichen Verträge in Ferien- und Freizeitzentren auf achtzig Arbeitstage pro Jahr begrenzt, erfüllt werden können?