6. De in lid 4 bedoelde raming van de ontvangsten en uitgaven, die het voorlopige organigram en werkprogramma omvat, wordt uiterlijk op 31 maart door de raad van beheer toegestuurd aan de Commissie en de landen waarmee de Commissie de in artikel 66 bedoelde overeenkomsten heeft gesloten.
(6) Der in Absatz 4 genannte Voranschlag umfasst auch einen vorläufigen Stellenplan und wird der Kommission und den Staaten, mit denen die Gemeinschaft Übereinkünfte gemäß Artikel 66 geschlossen hat, zusammen mit dem vorläufigen Arbeitsprogramm spätestens am 31. März durch den Verwaltungsrat zugeleitet.