19. wijst erop dat de Raad transparant moet zijn en volledige verantwoording verschuldigd is aan de Europese burgers voor de middelen die hem als instelling van de Unie zijn toevertrouwd; benadrukt het feit dat de Raad bijgevolg volledig en te goeder trouw moet deelnemen aan het jaarlijkse kwijtingsproces:
19. unterstreicht, dass der Rat gegenüber den europäischen Bürgern transparent auftreten und in vollem Maße rechenschaftspflichtig sein sollte, was die Mittel angeht, die ihm als Organ der Union anvertraut wurden, betont, dass dies bedeutet, dass sich der Rat umfassend und in gutem Glauben am jährlichen Entlastungsprozess beteiligen muss, indem er