Daaruit blijkt dat de decreetgever de in het geding zijnde bepaling heeft opgevat als een sociale correctie op de leegstandsheffing en dat hij met die bepaling heeft willen voorkomen dat het recht op wonen van de eigenaars van wie de woning een niet-afsplitsbaar onderdeel van de bedrijfsruimte vormt, zou worden onderworpen aan een bijkomende heffing.
Daraus geht hervor, dass der Dekretgeber die fragliche Bestimmung als eine soziale Korrektur zur Nichtbenutzungsabgabe aufgefasst hat und dass er mit dieser Bestimmung vermeiden wollte, dass das Wohnrecht der Eigentümer, deren Wohnung ein untrennbarer Teil des Gewerbebetriebsgeländes ist, einer zusätzlichen Abgabe unterliegen würde.