(41) In deze verordening worden de grondrechten geëerbiedigd en de beginselen zoals erkend in het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) en in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie ("het Handvest") in acht genomen, in het bijzonder het recht op eerbiediging van het privéleven en het familie- en gezinsleven, de bescherming van persoonsgegevens, het recht op vrijheid van meningsuiting en van informatie, de vrijheid van ondernemerschap, het recht op eigendom, het recht op consumentenbescherming, het recht op een doeltreffende voorziening in recht en het recht van verdediging.
(41) Diese Verordnung steht in Einklang mit den Grundrechten und den Grundsätzen, die im Vertrag über die Arbeitsweise der Europäischen Union (AEUV) und in der Charta der Grundrechte der Europäischen Union („die Charta“) anerkannt wurden, insbesondere dem Recht auf Achtung des Privat- und Familienlebens und den Schutz personenbezogener Daten, dem Recht auf Informations- und Meinungsfreiheit, unternehmerische Freiheit, Eigentum und Verbraucherschutz, wirksamen Rechtsbehelf und Verteidigung.