Voorts wijst iedere lidstaat de rechtbanken aan die bevoegd zijn om uitspraak te doen in zaken welke vallen onder artikel 4, lid 2 bis, letter (b), alsmede de instanties die een rechtmatig belang hebben bij de beëindiging van intracommunautaire inbreuken, voor zover zij uit hoofde van artikel 4, lid 2 bis, letter (b) en artikel 8, lid 2 bis betrokken zijn bij de toepassing van deze verordening.
Jeder Mitgliedstaat benennt ferner die für die Durchführung von Gerichtsverfahren gemäß Artikel 4 Absatz 2 Buchstaben a und b zuständigen Gerichte und die Organe und Institutionen, die ein legitimes Interesse an der Unterbindung von innergemeinschaftlichen Verstößen haben, soweit sie an der Umsetzung dieser Verordnung gemäß Artikel 4 Absatz 2 Buchstaben a und b und Artikel 8 Absatz 3 Buchstabe a beteiligt sind.