Vertaling van "rechten behoren krachtens " (Nederlands → Duits) :

TERMINOLOGIE

Commissaris van de CBSS voor de democratische instellingen en de mensenrechten, met inbegrip van de rechten van personen die tot minderheden behoren
Kommissar des Ostseerats für demokratische Institutionen und Menschenrechte, einschließlich der Rechte von Personen, die Minderheiten angehören

Het in dit document vervatte juridisch advies is beschermd krachtens artikel 4, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie. De Raad van de Europese Unie heeft dit advies niet voor het publiek beschikbaar gesteld en behoudt zich voor al zijn rechten te doen gelden in geval van openbaarmaking waarvoor geen toestemming is verleend.
Die in diesem Dokument enthaltene Rechtsberatung unterliegt dem Schutz nach Artikel 4 Absatz 2 der Verordnung (EG) Nr. 1049/2001 des Europäischen Parlaments und des Rates vom 30. Mai 2001 über den Zugang der Öffentlichkeit zu Dokumenten des Europäischen Parlaments, des Rates und der Kommission und ist vom Rat der Europäischen Union nicht für die Öffentlichkeit freigegeben worden. Der Rat behält sich vor, im Falle einer unerlaubten Veröffentlichung seine Rechte geltend zu machen.

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

Geschillen over burgerlijke rechten behoren, krachtens artikel 144 van de Grondwet, bij uitsluiting tot de bevoegdheid van de rechtbanken.
Streitfälle über bürgerliche Rechte gehören aufgrund von Artikel 144 der Verfassung ausschließlich zum Zuständigkeitsbereich der Gerichte.

Dergelijke redelijke twijfel is voldoende grond om een onderzoek te starten. Als dit onderzoek is verricht en tot de conclusie heeft geleid dat er sprake is van een schijnhuwelijk, kunnen de krachtens de voorschriften inzake het vrije verkeer bestaande rechten echter slechts geweigerd worden indien dat feit door de nationale autoriteiten naar behoren is vastgesteld overeenkomstig de toepasselijke bewijsnormen[12].
Eine Ehe kann nur dann überprüft werden, wenn berechtigte Zweifel daran bestehen, dass es sich um eine echte Ehe handelt. Solche berechtigten Zweifel reichen zwar aus, um die Einleitung von Ermittlungen zu rechtfertigen. Sobald die Ermittlungen jedoch stattgefunden und zu dem Ergebnis geführt haben, dass es sich um eine Scheinehe handelt, können die Rechte gemäß den Freizügigkeitsvorschriften nur dann verweigert werden, wenn dies ordnungsgemäß von den nationalen Behörden unter Berücksichtigung der jeweiligen Beweisanforderungen[12] festgestellt worden ist.

Tot de rechten en vrijheden die door de artikelen 10 en 11 van de Grondwet worden gewaarborgd, behoren immers de rechten en vrijheden die voortvloeien uit internationale verdragsbepalingen die België binden en krachtens artikel 24, § 3, van de Grondwet heeft ieder recht op onderwijs, met inachtneming van de fundamentele rechten en vrijheden.
Zu den durch die Artikel 10 und 11 der Verfassung garantierten Rechten und Freiheiten gehören nämlich die Rechte und Freiheiten, die sich aus für Belgien bindenden internationalen Vertragsbestimmungen ergeben, und kraft Artikel 24 § 3 der Verfassung hat jeder ein Recht auf Unterricht unter Berücksichtigung der Grundfreiheiten und Grundrechte.

Krachtens artikel 168, lid 1, onder c), van de uitvoeringsvoorschriften kunnen subsidies zonder oproep tot het indienen van voorstellen worden toegekend aan organisaties die zich rechtens of feitelijk in een monopoliepositie bevinden, mits dit naar behoren wordt gemotiveerd in het desbetreffende toekenningsbesluit.
Gemäß Artikel 168 Absatz 1 c der Durchführungsbestimmungen zur Haushaltsordnung können Organisationen, die de jure oder de facto eine Monopolstellung innehaben, Finanzhilfen ohne Aufforderung zur Einreichung von Vorschlägen gewährt werden, wenn dies in der Entscheidung über die Gewährung der Finanzhilfe ordnungsgemäß begründet wird.

Vermits het Hof, krachtens artikel 1, 2°, van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, zoals gewijzigd bij artikel 2 van de bijzondere wet van 9 maart 2003, bevoegd is om uitspraak te doen op beroepen tot vernietiging van onder meer een decreet wegens schending van de artikelen van titel II van de Grondwet, waartoe de artikelen 19 en 21 van de Grondwet behoren, kan het Hof rechtstreeks toetsen aan voormelde grondwetsbepalingen, in samenhang gelezen met artikel 9 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en met artikel 18 van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten, zonder dat het die bepalingen dient te lezen in samenhang met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet.
Da der Hof aufgrund von Artikel 1 Nr. 2 des Sondergesetzes vom 6. Januar 1989 über den Verfassungsgerichtshof in der durch Artikel 2 des Sondergesetzes vom 9. März 2003 abgeänderten Fassung befugt ist, über Klagen auf Nichtigerklärung - unter anderem - eines Dekrets wegen Verstosses gegen die Artikel von Titel II der Verfassung, zu denen die Artikel 19 und 21 der Verfassung gehören, zu befinden, kann er unmittelbar eine Prüfung anhand der vorerwähnten Verfassungsbestimmungen in Verbindung mit Artikel 9 der Europäischen Menschenrechtskonvention und mit Artikel 18 des Internationalen Paktes über bürgerliche und politische Rechte vornehmen, ohne dass er diese Bestimmungen in Verbindung mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung betrachten muss.

18. doet een beroep op de Iraanse autoriteiten om zich te houden aan internationaal erkende rechtswaarborgen met betrekking tot personen die tot religieuze, etnische of andere minderheden behoren, of deze nu erkend zijn of niet; veroordeelt scherp de huidige misachting van minderheidsrechten en dringt erop aan dat minderheden de mogelijkheid krijgen om alle rechten uit te oefenen die krachtens de Iraanse grondwet en de internationale wetgeving verleend worden; verzoekt de Iraanse autoriteiten om in overeenstemming met de grondwet te handelen en in de wetgeving en in de praktijk een eind te maken aan alle vormen van discriminatie en andere schendingen van de mensenrechten van personen die behoren tot godsdienstige, etnische , taalkundige of andere minderheden o.m. Arabieren, Azeri's, Baluchs, Koerden, Baha'is, christenen, joden, Soefi's en soennieten; dringt er met name op aan dat het feitelijke verbod op de uitoefening van het baha'i geloof wordt opgeheven;
18. fordert die iranischen Staatsorgane auf, die international anerkannten Schutzbestimmungen für Angehörige von religiösen, ethnischen, sprachlichen und sonstigen Minderheiten einzuhalten, ob diese nun anerkannt werden oder nicht; verurteilt entschieden die derzeitige Nichtachtung der Rechte der Minderheiten und fordert, dass den Minderheiten die Ausübung aller Rechte ermöglicht wird, die von der iranischen Verfassung und dem internationalen Recht gewährt werden; fordert die iranischen Staatsorgane auf, verfassungsgemäß zu handeln und im Recht und in der Praxis alle Formen der Diskriminierung und sonstiger Verletzungen der Menschenrechte von Angehörigen religiöser, ethnischer, sprachlicher oder sonstiger Minderheiten, u. a. Araber, Aseris, Belutschen, Kurden, Bahais, Christen, Juden, Sufis und sunnitische Muslime, abzuschaffen; fordert insbesondere, dass das faktische Verbot der Bahai-Religion aufgehoben wird;

13. doet een beroep op de autoriteiten om zich te houden aan internationaal erkende juridische garanties met betrekking tot personen die tot religieuze minderheden behoren, of deze nu erkend zijn of niet; veroordeelt de huidige misachting van minderheidsrechten en eist dat minderheden de mogelijkheid krijgen om alle rechten uit te oefenen die krachtens de Iraanse grondwet en de internationale wetgeving verleend worden; dringt er verder bij de autoriteiten op aan om een einde te maken aan vormen van discriminatie op grond van religie of etnische oorsprong en tegen personen die tot minderheden behoren, zoals de Koerden, Azeri's, Arabieren, Baloetsji's en Baha'is; dringt er met name op aan dat het de facto bestaande verbod op de uitoefening van het Baha'is geloof wordt opgeheven;
13. fordert die staatlichen Organe auf, international anerkannte rechtliche Garantien für Personen, die einer religiösen Minderheit angehören, unabhängig davon, ob diese nun offiziell anerkannt ist oder nicht, zu achten; verurteilt die derzeitige Missachtung von Minderheitenrechten und fordert, dass Minderheiten alle von der iranischen Verfassung und vom internationalen Recht anerkannten Rechte ausüben können; fordert die staatlichen Organe ferner auf, jegliche Form der Diskriminierung aus religiösen oder ethnischen Gründen gegen Personen, die einer Minderheit angehören, wie z.B. Kurden, Aserbaidschaner, Araber, Belutschen und Bahai, zu beseitigen; fordert insbesondere, dass das faktische Verbot für die Bahai, ihren Glauben zu praktizieren, aufgehoben wird;

17. doet een beroep op de Iraanse autoriteiten om zich te houden aan internationaal erkende juridische garanties met betrekking tot personen die tot religieuze, etnische of andere minderheden behoren, of deze nu erkend zijn of niet; veroordeelt scherp de huidige misachting van minderheidsrechten en dringt erop aan dat minderheden de mogelijkheid krijgen om alle rechten uit te oefenen die krachtens de Iraanse grondwet en de internationale wetgeving verleend worden; verzoekt de Iraanse autoriteiten in de wetgeving en in de praktijk een eind te maken aan alle vormen van discriminatie en andere schendingen van de mensenrechten van personen die behoren tot godsdienstige, etnische , taalkundige of andere minderheden o.m. Arabieren, Azeris, Baluchis, Koerden, baha'is, christenen, joden, soefi's en soennieten; dringt er met name op aan dat het feitelijke verbod op de uitoefening van het baha'i geloof wordt opgeheven;
17. fordert die iranischen Staatsorgane auf, die international anerkannten Schutzbestimmungen für Angehörige von religiösen, ethnischen, sprachlichen und sonstigen Minderheiten einzuhalten, ob diese nun anerkannt werden oder nicht; verurteilt entschieden die derzeitige Nichtachtung der Rechte der Minderheiten und fordert, dass den Minderheiten die Ausübung aller Rechte ermöglicht wird, die von der iranischen Verfassung und dem internationalen Recht gewährt werden; fordert die iranischen Staatsorgane auf, im Recht und in der Praxis alle Formen der Diskriminierung und sonstiger Verletzungen der Menschenrechte von Angehörigen religiöser, ethnischer, sprachlicher oder sonstiger Minderheiten, u. a. Araber, Aseris, Belutschen, Kurden, Bahais, Christen, Juden, Sufis und sunnitische Muslime, abzuschaffen; fordert insbesondere, dass das faktische Verbot der Bahai-Religion aufgehoben wird;

14. doet een beroep op de autoriteiten om zich te houden aan internationaal erkende juridische garanties met betrekking tot personen die tot religieuze minderheden behoren, of deze nu erkend zijn of niet; veroordeelt de huidige misachting van minderheidsrechten en eist dat minderheden de mogelijkheid krijgen om alle rechten uit te oefenen die krachtens de Iraanse grondwet en de internationale wetgeving verleend worden; dringt er verder bij de autoriteiten op aan om een einde te maken aan vormen van discriminatie op grond van religie of etnische oorsprong en tegen personen die tot minderheden behoren, zoals de Koerden, Azeri's, Arabieren, Baloetsji's en Baha'i; dringt er met name op aan dat het de facto bestaande verbod op de uitoefening van het Baha'i geloof wordt opgeheven;
14. fordert die staatlichen Organe auf, international anerkannte rechtliche Garantien für Personen, die einer religiösen Minderheit angehören, unabhängig davon, ob diese nun offiziell anerkannt ist oder nicht, zu achten; verurteilt die derzeitige Missachtung von Minderheitenrechten und fordert, dass Minderheiten alle von der iranischen Verfassung und vom internationalen Recht anerkannten Rechte ausüben können; fordert die staatlichen Organe ferner auf, jegliche Form der Diskriminierung aus religiösen oder ethnischen Gründen gegen Personen, die einer Minderheit angehören, wie z.B. Kurden, Aserbaidschaner, Araber, Belutschen und Bahai, zu beseitigen; fordert insbesondere, dass das faktische Verbot für die Bahai, ihren Glauben zu praktizieren, aufgehoben wird;