De verzoekende partij in de zaak nr. 1987 is van oordeel dat de artikelen 6, 25, 34 en 39 van de aangevochten wet de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schenden, in voorkomend geval in combinatie met artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij het Europ
ees Verdrag voor de Rechten van de Mens, doordat uit de parlementaire voorb
ereiding geen enkel objectief en redelijk element blijkt waarbij wordt verantwoord dat de kansspelen enkel in inrichtingen van klasse II kunnen worden geëxploiteerd,
...[+++] dat wil zeggen speelautomatenhallen, of in inrichtingen van klasse III, dat wil zeggen drankgelegenheden, met uitsluiting van elke andere plaats, en met name, zoals de verzoekende partij vroeger wettelijk deed, in lokalen ad hoc.Die klagende Partei in der Rechtssache Nr. 1987 vertritt den Standpunkt, dass die Artikel 6, 25, 34 und 39 des angefochtenen Gesetzes gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung verstiessen, gegebenenfalls in Verbindun
g mit Artikel 1 des ersten Zusatzprotokolls zur Europäischen Menschenrechtskonvention, insofern aus den Vo
rarbeiten keinerlei objektives und vernünftiges Element hervorgehe, das rechtfertigen könnte, dass automatische Glücksspiele nur in den Einrichtungen der Klasse II betrieben werden dürften, das heisst in Spielautomate
...[+++]nhallen oder in Einrichtungen der Klasse III, das heisst in Schankstätten, unter Ausschluss jeglichen anderen Ortes, und insbesondere, wie es vorher die klagende Partei rechtmässig getan habe, in ad-hoc-Räumen.