Niettemin dient de wetgever te voorzien in een adequate rechtsbescherming door de omvang van de beoordelingsbevoegdheid van de politiediensten en de uitoefening daarvan te omschrijven (EHRM, grote kamer, 16 februari 2000, Amann t. Zwitserland, § 56; grote kamer, 4 mei 2000, Rotaru t. Roemenië, § 57).
Dennoch muss der Gesetzgeber einen adäquaten Rechtsschutz vorsehen, indem er den Umfang der Ermessensbefugnis der Polizeidienste und deren Ausübung definiert (EuGHMR, Große Kammer, 16. Februar 2000, Amann gegen Schweiz, § 56; Große Kammer, 4. Mai 2000, Rotaru gegen Rumänien, § 57).