Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Traduction de «rechtspraak ter zake onjuist toegepast » (Néerlandais → Allemand) :

Volgens rekwirante is tevens het in artikel 76, lid 1, van verordening nr. 207/2009 (1) (voorheen artikel 74, lid 1, van verordening nr. 40/94 (2)) tot uitdrukking gebrachte beginsel van hoor en wederhoor (audi alteram partem) geschonden en heeft het Gerecht artikel 8, lid 1, sub b, van verordening nr. 207/2009 en de relevante rechtspraak ter zake onjuist toegepast, en aldus het recht van de Unie geschonden.

Die Rechtsmittelführerin macht ferner geltend, dass gegen den in Art. 76 Abs. 1 GMV (1) (früher Art. 74 Abs. 1 der Verordnung Nr. 40/94 (2)) verankerten Grundsatz des kontradiktorischen Verfahrens verstoßen worden sei und das Gericht einen Fehler bei der Anwendung des Art. 8 Abs. 1 Buchst. b GMV und der einschlägigen Rechtsprechung begangen und dadurch gegen Unionsrecht verstoßen habe.


Met het aannemen van de wet van 21 april 2007 wilde de wetgever een einde maken aan de rechtsonzekerheid die voortvloeide uit een sterk uiteenlopende rechtspraak ter zake (Parl. St., Senaat, 2006-2007, nr. 3-1686/5, p. 14).

Mit der Annahme des Gesetzes vom 21. April 2007 wollte der Gesetzgeber der Rechtsunsicherheit, die sich aus einer sehr unterschiedlichen Rechtsprechung diesbezüglich ergab, ein Ende setzen (Parl. Dok., Senat, 2006-2007, Nr. 3-1686/5, S. 14).


Met die bepalingen uit de wet van 21 april 2007 betreffende de verhaalbaarheid van de erelonen en de kosten verbonden aan de bijstand van een advocaat wilde de wetgever een einde maken aan de rechtsonzekerheid die voortvloeide uit een sterk uiteenlopende rechtspraak ter zake (Parl. St., Senaat, 2006-2007, nr. 3-1686/5, p. 14).

Mit diesen Bestimmungen aus dem Gesetz vom 21. April 2007 über die Rückforderbarkeit der Rechtsanwaltshonorare und -kosten wollte der Gesetzgeber der Rechtsunsicherheit, die sich aus einer sehr unterschiedlichen Rechtsprechung diesbezüglich ergab, ein Ende setzen (Parl. Dok., Senat, 2006-2007, Nr. 3-1686/5, S. 14).


In de parlementaire voorbereiding van artikel 424 van het Wetboek van strafvordering wordt uiteengezet : « Momenteel behandelt het Wetboek van strafvordering de cassatieberoepen ingesteld tegen de bij verstek gewezen beslissingen slechts ten dele. [...] Het voorgestelde artikel [424] moet het Wetboek wat dat betreft aanvullen. Het is ook de bedoeling dat de bepaling rekening houdt met de rechtspraak ter zake. Ze voorziet erin dat wanneer de beslissing bij verstek gewezen is en voor verzet in aanmerking komt, een cassatieberoep daartegen slechts kan worden ingesteld wanneer de termijn voor verzet ...[+++]

In den Vorarbeiten zu Artikel 424 des Strafprozessgesetzbuches wurde dargelegt: « Derzeit werden im Strafprozessgesetzbuch zwar tatsächlich die Kassationsbeschwerden behandelt, die gegen die im Versäumniswege ergangenen Entscheidungen gerichtet sind, jedoch nur teilweise. [...] Der vorgeschlagene Artikel [424] soll das Gesetzbuch in diesem Punkt ergänzen. Durch diese Bestimmung soll ebenfalls die diesbezügliche Rechtsprechung berücksichtigt werden. Darin ist vorgesehen, dass in dem Fall, dass die Entscheidung im Versäumniswege getroffen wurde und dagegen Einspruch eingelegt werden kann, eine Kassationsbeschwerde nur dagegen eingelegt wer ...[+++]


Met die bepalingen uit de wet van 21 april 2007 betreffende de verhaalbaarheid van de erelonen en de kosten verbonden aan de bijstand van een advocaat wilde de wetgever een einde maken aan de rechtsonzekerheid die voortvloeide uit een sterk uiteenlopende rechtspraak ter zake (Parl. St., Senaat, 2006-2007, nr. 3-1686/5, p. 14).

Mit diesen Bestimmungen aus dem Gesetz vom 21. April 2007 über die Rückforderbarkeit der Rechtsanwaltshonorare und -kosten wollte der Gesetzgeber der Rechtsunsicherheit, die sich aus einer sehr unterschiedlichen Rechtsprechung diesbezüglich ergab, ein Ende setzen (Parl. Dok., Senat, 2006-2007, Nr. 3-1686/5, S. 14).


De verzoekende partij is echter van mening dat dat oordeel zou moeten worden herzien, enerzijds, ten aanzien van de latere evolutie van de rechtspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens en, anderzijds, ten aanzien van de wijze waarop de Raad van State zijn bevoegdheden ter zake in concreto uitoefent.

Die klagende Partei ist jedoch der Auffassung, dass diese Entscheidung revidiert werden müsse, einerseits angesichts der späteren Entwicklung der Rechtsprechung des Europäischen Gerichtshofes für Menschenrechte, und andererseits angesichts der Weise, auf die der Staatsrat seine diesbezüglichen Befugnisse in concreto ausübe.


Het Gerecht heeft in het kader van de beoordeling van de grieven van Polimeri een ernstige vergissing begaan bij de toepassing van de relevante communautaire rechtspraak ter zake van de niet-ontvankelijkheid van een aantal bijlagen bij het inleidend verzoekschrift en heeft zijn oordeel dienaangaande ontoereikend gemotiveerd.

Das Gericht habe bei der Anwendung der Gemeinschaftsrechtsprechung im Rahmen der Beurteilung der von Polimeri im Hinblick auf die Unzulässigkeit einiger Anhänge der Klageschrift vorgebrachten Rügen einen schweren Fehler begangen, und seine Begründung sei insoweit unzureichend.


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest van 20 april 2016 in zake de Belgische Staat tegen de nv « Etablissements Jean Wust », in aanwezigheid van de nv « CBC Banque », en in zake de nv « Etablissements Jean Wust » tegen de nv « CBC Banque », in aanwezigheid van de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 4 mei 2016, heeft het Hof van Beroep te Luik de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 251 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1964 (thans artikel 346 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992), zoals van toepassing op ...[+++]

Bekanntmachung vorgeschrieben durch Artikel 74 des Sondergesetzes vom 6. Januar 1989 In seinem Entscheid vom 20. April 2016 in Sachen des belgischen Staates gegen die « Etablissements Jean Wust » AG, in Anwesenheit der « CBC Banque » AG, und in Sachen der « Etablissements Jean Wust » AG gegen die « CBC Banque » AG, in Anwesenheit des belgischen Staates, dessen Ausfertigung am 4. Mai 2016 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat der Appellationshof Lüttich folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt: « Verstößt Artikel 251 des Einkommensteuergesetzbuches 1964 (jetzt Artikel 346 des Einkommensteuergesetzbuches 1992) in der auf die Streitsache anwendbaren Fassung gegen Artikel 170 der Verfassung, dahin ausgelegt, dass er es der V ...[+++]


Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest van 17 maart 2016 in zake de Belgische Staat tegen Philippe Delsaut en Alessandra Timmerman, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 7 april 2016, heeft het Hof van Beroep te Brussel de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 2 van de wet van 7 mei 2009 houdende instemming met en uitvoering van het Avenant, ondertekend te Brussel op 12 december 2008, bij de Overeenkomst tussen België en Frankrijk tot voorkoming van dubbele belasting en tot regeling van wederzijdse administratieve en juridische bijstand inzake ink ...[+++]

Bekanntmachung vorgeschrieben durch Artikel 74 des Sondergesetzes vom 6. Januar 1989 In seinem Entscheid vom 17. März 2016 in Sachen des belgischen Staates gegen Philippe Delsaut und Alessandra Timmerman, dessen Ausfertigung am 7. April 2016 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat der Appellationshof Brüssel folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt: « Verstößt Artikel 2 des Gesetzes vom 7. Mai 2009 zur Billigung und Ausführung des am 12. Dezember 2008 in Brüssel unterzeichneten Zusatzabkommens zum Abkommen zwischen Belgien und Frankreich zur Vermeidung der Doppelbesteuerung und zur Regelung der Rechts- und Amtshilfe a ...[+++]


De verzoekende partijen betogen dat artikel 47quater, ten opzichte van de overheersende rechtspraak ter zake, het begrip « provocatie » verengt en de gevolgen ervan beperkt, zodat de personen ten aanzien van wie een provocatie is toegepast in het raam van de aanwending van een bijzondere opsporingsmethode, gunstiger zouden worden behandeld dan diegenen ten aanzien van wie een provocatie is toegepast in het kader van een onderzoek waarbij geen bijzondere opsporingsmethode is aangewend.

Die klagenden Parteien führen an, Artikel 47quater enge im Lichte der diesbezüglich herrschenden Rechtsprechung den Begriff « Provokation » ein und begrenze die damit einhergehenden Folgen, so dass die Personen, die Gegenstand einer Provokation im Rahmen der Anwendung einer besonderen Ermittlungsmethode gewesen seien, nachteiliger behandelt würden als diejenigen, die Gegenstand einer Provokation im Rahmen einer Untersuchung gewesen seien, bei der keine besondere Ermittlungsmethode angewandt worden sei.




datacenter (28): www.wordscope.be (v4.0.br)

'rechtspraak ter zake onjuist toegepast' ->

Date index: 2024-06-02
w