Naar luid van dat artikel is dus alleen de federale wetgever bevoegd om de gevallen te regelen waarin huiszoekingen - in de zin van artikel 10 van de Grondwet - kunnen worden bevolen, en de vorm waarin zij kunnen plaatshebben.
Nach diesem Artikel ist es also nur Sache des föderalen Gesetzgebers, die Fälle, in den Haussuchungen - im Sinne von Artikel 10 der Verfassung - angeordnet werden können, und die Form, in der sie vorgenommen werden können, zu regeln.