3. Met inachtnem
ing van de algemene regels van het Verdrag kunnen de bevoegde autoriteite
n van de Lid-Staten voor inrichtingen waarvoor op grond van de artikelen 4 en 13 van Richtlijn 64/433/EEG, artikel 4 van Richtlijn 91/498/EEG en de artikelen 7 en 18 van Richtlijn 71/118/EEG een afwijkende regeling geldt, met betrekking tot runder
en afwijken van het bepaalde in lid 1, onder a), en met betrekking tot pluimvee, konijnen, varkens,
...[+++] schapen en geiten afwijken van het bepaalde in lid 1, onder a), en de in bijlage C bedoelde methoden voor het bedwelmen en slachten voor zover de voorschriften van artikel 3 worden nageleefd.(3) Bei Betrieben, die Ausnahmeregelungen nach den Artikeln 4 und 13 der Richtlinie 64/433/EWG, Artikel 4 der Richtlinie 91/498/EWG und den Artikeln 7 und 18 der Richtlinie 71/
118/EWG in Anspruch nehmen können, dürfen die zuständigen Behörden der Mitgliedstaaten im Einklang
mit den allgemeinen Regeln des Vertrags bei Rindern Abweichungen von Absatz 1 Buchstabe a) und bei Gefluegel, Kaninchen, Schweinen, Schafen und Ziegen Abweichungen von Absatz 1 Buchstabe a) sowie von den Betäubungs- und Schlachtverfahren nach Anhang C zulassen, sof
...[+++]ern die Vorschriften von Artikel 3 eingehalten werden.