19. onderkent dat de meeste nationale
markten in de regio relatief klein zijn waardoor de c
oncurrentie meestal laag is; benadrukt de uitzonderlijke economische onderlinge afhankelijkheid van de lidst
aten in die regio; dringt aan op volledige toepassing van de vier basisvrijheden (vrij verkeer van personen, vrij verkeer van goederen, vrijheid van vestiging en vrij verkeer van kapitaal) zoals die gelden tussen de EU-lidstaten in de
...[+++] regio;
19. stellt fest, dass die meisten nationalen Märkte in der Region relativ klein sind, was in vielen Fällen dazu geführt hat, dass es nur wenig Wettbewerb gab; weist auf die außerordentlich hohe gegenseitige wirtschaftliche Abhängigkeit der Mitgliedstaaten in der Region hin; fordert die vollständige Umsetzung der vier Grundfreiheiten (freier Personenverkehr, freier Güterverkehr, Niederlassungsfreiheit und freier Kapitalverkehr) wie unter den EU-Mitgliedstaaten in der Region;