13. geeft uiting aan zijn ernstige bezorgdheid over het feit dat de wetgeving inzake godslastering, die in Pakistan tot de doodstraf kan leiden en vaak gebruikt wordt als voorwendsel voor het muilkorven, criminaliseren, vervolgen en soms zelfs vermoorden van leden van politieke, religieuze of raciale minderheden, zich leent voor misbruik waarvan aanhangers van alle geloofsrichtingen in Pakistan het slachtoffer kunnen worden;
13. ist höchst besorgt, dass die Blasphemiegesetze, die in Pakistan zur Todesstrafe führen können und oft als Rechtfertigung von Zensur, Kriminalisierung, Verfolgung und – in bestimmten Fällen – Mord an Angehörigen politischer, rassischer und religiöser Minderheiten dienen, in Pakistan gegen Angehörige aller Glaubensrichtungen missbraucht werden können;