J. overwegende dat de uitvoering van UNSCR 1820 en 1325 en van de EU-richtsnoeren inzake geweld tegen vrouwen prioriteit moet krijgen in het externe optreden van de EU met het oog op adequate ondersteuning van maatschappelijke organisaties die actief zijn bij gewapende conflicten en in door conflicten getroffen landen en regio's; dat het Europees Parlement erop moet toezien dat deze resoluties en richtsnoeren worden uitgevoerd,
J. in der Erwägung, dass die Umsetzung der Resolutionen 1820 und 1325 des UN-Sicherheitsrates und der EU-Leitlinien betreffend Gewalt gegen Frauen und Kinder im Rahmen der außenpolitischen Maßnahmen der EU für eine adäquate Unterstützung von Organisationen der Zivilgesellschaft, die in Ländern und Regionen tätig sind, in denen bewaffnete oder sonstige Konflikte verzeichnet werden, Vorrang genießen sollten und das Europäische Parlament deren Umsetzung überwachen sollte,