Met het oog hierop zien we een ruk naar rechts, naar conservatisme, en een poging om een filosofie van compromissen voor te stellen, zogenaamd onder het mom van de “bestuurbaarheid”, hetgeen betekent dat er een positie wordt ingenomen tussen de bureaucratie en de regeringen zonder dat problemen daadwerkelijk worden aangepakt.
Angesichts dessen nimmt man eine rechte, konservative Kehrtwende vor und versucht, im Namen der so genannten Regierungsfähigkeit eine versöhnlerische Denkweise vorzuschlagen, die nur ein Taktieren zwischen Bürokratie und Regierungen ist und mit der die Probleme nicht angepackt werden.