36. herhaalt de noodzaak voor een coherent Europees energiebeleid; onderstreept dat bilaterale overeenkomsten tussen de lidstaten van de EU en Rusland, indien absoluut noodzakelijk, moeten bijdragen aan het nastreven van de algemene belangen op het gebied van de energiezekerheid van de EU en van een gemeenschappelijk energiebeleid van de EU en Rusland;
36. bekräftigt die Notwendigkeit einer kohärenten Energiepolitik der Gemeinschaft; betont, dass bilaterale Abkommen zwischen einzelnen Mitgliedstaaten der Europäischen Union und Russland, nur wenn unbedingt erforderlich, den Interessen, die die Europäische Union insgesamt im Bereich der Energieversorgungssicherheit verfolgt, und einer gemeinsamen Energiepolitik der Europäischen Union und Russlands dienen sollten;