23. is tevreden met de in maart 2013 door de UNHRC goedgekeurde resolutie over de situatie van de mensenrechten in de Isl
amitische Republiek Iran en de uitbreiding van het mandaat van de speciale rapporteur voor de mensenrechtensituatie in
Iran; herhaalt zijn steun voor de verlenging van het mandaat en verzoekt
Iran de speciale rapporteur van de VN het land binnen te laten, als cruciale stap in de richting van de start van een dialoog om de mensenrechtensituatie in
Iran te beoordelen; herhaalt zijn veroordeling van de doodstraf in
Iran ...[+++] en van de significante toename van het aantal executies, met 40 personen die zijn opgehangen in de eerste twee weken van 2014, en de voortdurende schending van het recht op vrijheid van geloof; merkt op dat de eerste tekenen kunnen worden vastgesteld van vooruitgang door de Iraanse regering op het gebied van de mensenrechten, inclusief de vrijlating van politieke gevangenen; verzoekt de EU en de UNHRC de mensenrechtensituatie van nabij te blijven volgen en ervoor te zorgen dat mensenrechten een essentiële prioriteit blijven in het kader van alle contacten met de Iraanse regering; 23. begrüßt die vom UNHRC im März 2013 verabschiedete Resolution zur Lage der Menschenrechte in der I
slamischen Republik Iran und die Verlängerung des Mandats des Sonderberichterstatters zur Menschenrechtslage im
Iran; bekräftigt seine Unterstützung für die Fortsetzung des Mandats und fordert den
Iran auf, dem Sonderberichterstatter der Vereinten Nationen Zugang zum Land zu gewähren, was ein entscheidender Schritt hin zur Einleitung eines Dialogs zur Beurteilung der Menschenrechtslage im
Iran ist; bekräftigt, dass es die Todesstrafe im
Iran ...[+++] und die beträchtliche Zunahme der Anzahl der Hinrichtungen – in den ersten beiden Wochen des Jahres 2014 wurden 40 Personen gehängt – und die anhaltende Verletzung des Rechts auf Glaubensfreiheit verurteilt; nimmt die ersten Anzeichen für Fortschritte zur Kenntnis, die die iranische Regierung in Bezug auf Menschenrechte hat erkennen lassen, darunter die Freilassung politischer Gefangener; fordert die EU und den UNHRC auf, die Lage der Menschenrechte weiterhin genau zu beobachten und dafür zu sorgen, dass die Menschenrechte weiterhin eine der Schlüsselprioritäten bei jeglichem Umgang mit der iranischen Regierung bleiben;