22. is van mening dat het gebruik van milieuvriendelijke vervoersmiddelen en technologieën een sleutelfactor is bij het streven naar een schoner stadsmilieu; wijst in dit verband met name op het gebruik van biobrandstoffen, technologieën voor hybride auto's, fietsen en vrachtwagens en bussen die aan de EEV-norm (milieuvriendelijker gemaakt voertuig) van de EU voldoen; ziet derhalve met grote belangstelling uit naar het voorstel van de Commissie voor de invoering van schone voertuigen voor het openbaar vervoer en stelt voor dat de plaatselijke instellingen voor energiebesparing specifieke activiteiten krijgen toegewezen in verband met het stadsvervoer;
22. betrachtet die Nutzung umweltfreundlicher Verkehrsträger und Technologien als Schlüsselfaktor für eine sauberere städtische Umwelt; verweist in dieser Hinsicht insbesondere auf die Nutzung von Biokraftstoffen, Hybridfahrzeugtechnologien und Fahrrädern sowie Lastkraftwagen und Bussen, die mit dem EU-Standard „besonders umweltfreundliches Fahrzeug“ (EEV) in Einklang stehen; erklärt deshalb, dass es mit großem Interesse den Vorschlag der Kommission zur Einführung von sauberen Fahrzeugen für den öffentlichen Nahverkehr analysieren wird, und schlägt vor, den örtlichen Einrichtungen für Energieeffizienz eine spezifische Aktionsachse für den städtischen Nahverkehr zuzuweisen;
