3. Individuele referentiehoeveelheden die op 31 maart van het betrokken kalenderjaar overeenkomstig artikel 6 van Verordening (EEG) nr. 3950/92 van de Raad van 28 december 1992 tot instelling van een
extra heffing in de sector melk en zuivelproducten(32) of artikel 16 van Verordening (EG) nr. 1788/2003 van de Raad van 29 september 2003 tot v
aststelling van een heffing in de sector melk en zuivelproducten(33) tijdelijk zijn overgedragen, worden geacht voor dat kalenderjaar beschikbaar te zijn o
...[+++]p het bedrijf van de overnemer.
(3) Einzelbetriebliche Referenzmengen, die bis zum 31. März des jeweiligen Kalenderjahres Gegenstand einer zeitweiligen Übertragung gemäß Artikel 6 der Verordnung (EWG) Nr. 3950/92 des Rates vom 28. Dezember 1992 über die Erhebung einer Zusatzabgabe im Milchsektor(32) oder Artikel 16 der Verordnung (EG) Nr. 1788/2003 des Rates vom 29. September 2003 über die Erhebung einer Abgabe im Milchsektor(33) waren, gelten als Mengen, die in diesem Kalenderjahr im Betrieb des Empfängers verfügbar sind.