Traduction de «september 1992 indien » (Néerlandais → Allemand) :

In zoverre de verzoekende partijen zich beroepen op de hoedanigheid van market maker in de betekenis die daaraan krachtens de Europeesrechtelijke en nationaalrechtelijke definitie is gegeven, zouden zij aanspraak kunnen maken op de aftrekbaarheid als beroepskosten in de vennootschapsbelasting, van de waardeverminderingen en de minderwaarden op de aandelen die behoren tot de handelsportefeuille zoals bedoeld in artikel 35ter, § 1, tweede lid, a), van het koninklijk besluit van 23 september 1992 indien zij zich ook voor het overige conformeren aan de bepalingen van die wet en dat koninklijk besluit.
Insofern die klagenden Parteien sich auf die Eigenschaft als Market-Maker in dem Sinn, die ihm aufgrund der europarechtlichen und nationalrechtlichen Definition verliehen wird, berufen, könnten sie die Abzugsfähigkeit als Werbungskosten in der Gesellschaftssteuer für die Wertminderungen und Minderwerte auf die Anteile und Aktien, die zum Handelsportfolio gehören wie in Artikel 35ter § 1 Absatz 2 Buchstabe a) des königlichen Erlasses vom 23. September 1992 erwähnt, in Anspruch nehmen, wenn sie sich auch im Ubrigen an die Bestimmungen dieses Gesetzes und dieses königlichen Erlasses halten.

Krachtens artikel 40, vierde lid, van het Gerechtelijk Wetboek is de betekening in het buitenland of aan de procureur des Konings « ongedaan » indien de partij op wier verzoek ze verricht is, de woonplaats of de verblijfplaats of de gekozen woonplaats van de geadresseerde in België of, in voorkomend geval, in het buitenland kende (Cass., 18 september 1980, Arr. Cass., 1980-1981, p. 70; 15 november 1991, Arr. Cass., 1992, nr. 144; 9 januari 1997, Arr. Cass., 1997, nr. 22).
Aufgrund von Artikel 40 Absatz 4 des Gerichtsgesetzbuches ist die Zustellung im Ausland oder an den Prokurator des Königs « nichtig », wenn die Partei, auf deren Antrag sie vorgenommen wurde, den belgischen oder gegebenenfalls ausländischen Wohnsitz, Wohnort oder gewählten Wohnsitz des Adressaten kannte (Kass., 18. September 1980, Arr. Cass., 1980-1981, S. 70; 15. November 1991, Arr. Cass., 1992, Nr. 144; 9. Januar 1997, Arr. Cass., 1997, Nr. 22).

In het Verdrag van Parijs ter bescherming van het mariene milieu in het noordoostelijk deel van de atlantische Oceaan (september 1992) wordt het voorzorgsbeginsel gedefinieerd als het beginsel op grond waarvan "preventieve maatregelen worden genomen ingeval er redenen zijn om aan te nemen dat stoffen of energie die rechtstreeks of niet rechtstreeks in het mariene milieu worden gebracht gevaar kunnen veroorzaken voor de gezondheid van de mens, levende fauna en flora of mariene ecosystemen schaden, de recreatieve waarde van een gebied kunnen verminderen of ander rechtmatig gebruik van de zee belemmeren, zelfs indien er geen eenduidig bewijs is voor een oorzakelijk verband tussen ingebrachte stoffen en hun veronderstelde effecten".
Im Pariser Übereinkommen zum Schutz der Meeresumwelt des Nordostatlantiks (September 1992) wird das Vorsorgeprinzip wie folgt definiert: "[Nach dem] Vorsorgeprinzip [werden] Verhütungsmaßnahmen getroffen., wenn triftige Gründe zur Besorgnis vorliegen, daß unmittelbar oder mittelbar der Meeresumwelt zugeführte Stoffe oder Energie zu einer Gefährdung der menschlichen Gesundheit, einer Schädigung der lebenden Ressourcen und der Meeresökosysteme, einer Beeinträchtigung der Annehmlichkeiten der Umwelt oder einer Behinderung der sonstigen rechtmäßigen Nutzungen des Meeres führen können, selbst wenn es keinen schlüssigen Beweis für einen ursächlichen Zusammenhang zwischen den Einträgen und ihren Auswirkungen gibt".