Evenals bij woordmerken (arrest van 20 september 2001, Procter Gamble/BHIM, „Baby‑dry”, C‑383/99 P, Jurispr. blz. I‑6251, punt 40) is volgens rekwirante elk merkbaar verschil tussen de gebruikelijke waar en het driedimensionale merk bestaande uit de vorm van de waar zelf waarvoor inschrijving is aangevraagd, voldoende om het merk onderscheidend vermogen te verlenen.
Ebenso wie bei Wortmarken (Urteil vom 20. September 2001 in der Rechtssache C‑383/99 P, Procter Gamble/HABM, „Baby-dry“, Slg. 2001, I‑6251, Randnr. 40) genüge jede erkennbare Abweichung von den üblichen Waren, um der dreidimensionalen Marke, die in der Form der Ware bestehe, für die die Eintragung beantragt werde, Unterscheidungskraft zu verleihen.