21. betreurt het feit dat de problemen met de toezichts- en controlesystemen van de delegaties van de Unie een terugkerend karakter hebben; herinnert eraan dat de vaststellingen van de Rekenkamer onder andere b
etrekking hadden op slecht gedocumenteerde en ondoeltreffende controles bij de meeste bureaus van de nationale ordonnateurs in de begunstigde EOF-landen, een gebrek aan institutionele capaciteit, beperkte middelen en een groot personeelsverloop in de delegaties van de Unie; dringt derhalve aan op versterking van de institutionele capaciteit in de administratie van de
...[+++]nationale ordonnateurs door middel van bijkomende financiële opleiding en gerichte begeleiding, teneinde de zwakke punten in de systemen voor financieel beheer weg te werken; 21. bedauert, dass die Mängel in den Überwachungs- und Kontrollsystemen der Unionsdelegationen immer wieder auftreten; erinnert daran, dass der Rechnungshof außerdem bei den meisten Verwaltungen der nationalen Anweisungsbefugten für den EEF in den b
egünstigten Ländern schlecht dokumentierte und unwirksame Kontrollen, einen Mangel an institutionellen Kapazitäten sowie Ressourcenknappheit und eine hohe Personalfluktuation in den Unionsdelegationen festgestellt hat; fordert daher eine Stärkung der institutionellen Kapazitäten in den Verwaltungen der nationalen Anweisungsbefugten, indem zusätzliche Schulungen im Finanzbereich angeboten und
...[+++] gezielte Leitlinien aufgestellt werden, um diese Schwächen in der Finanzverwaltung zu beheben;