De lidstaten moeten het hefboomvermogen dat zij hebben gekregen door de toekenning van omvangrijke financiële steun aan de banksector, aanwenden om ervoor te zorgen dat deze steun niet slechts tot een verbetering van de financiële positie van de banken leidt zonder de economie als geheel ten goede te komen.
Die Mitgliedstaaten müssen ihre Hebelkraft, über die sie aufgrund der Bereitstellung einer umfassenden finanziellen Stützung des Bankensektors verfügen, nutzen, um zu vermeiden, dass die Unterstützung zwar die finanzielle Situation der Banken verbessern hilft, aber nicht der Wirtschaft insgesamt zugute kommt.