De Vlaamse Regering betwist het belang van de verzoekende partijen om in rechte te treden, vermits alle aangevochten bepalingen slechts interpretatieve bepalingen zouden zijn, hetzij van artikel 35, tweede lid, van het stedenbouwdecreet, hetzij van artikel 7 van het Gerechtelijk Wetboek, zodat de vernietiging ervan geen enkel gevolg zou hebben voor de verzoekende partijen.
Die Flämische Regierung ficht das Interesse der klagenden Parteien an der Klageerhebung an, da alle angefochtenen Bestimmungen lediglich auslegende Bestimmungen entweder zu Artikel 35 Absatz 2 des Städtebaudekrets oder zu Artikel 7 des Gerichtsgesetzbuches seien, so dass ihre Nichtigerklärung den klagenden Parteien nichts bringen würde.