3. Ten aanzien van de bezoldiging of specifieke onderdelen van de bezoldiging kunnen de lidstaten, indien nodig na raadpleging van de sociale partners, bepalen dat van het in lid 1 vastgestelde beginsel kan worden afgeweken wanneer de uitzendkrachten, door een overeenkomst voor onbepaalde tijd of door een andere overeenkomst, zijn gebonden aan het uitzendbureau dat hun, wat gehalte en duur betreft, een passende en voortgezette bezoldiging garandeert, ongeacht of zij al dan niet een opdracht vervullen.
(3) In Bezug auf die Vergütung oder spezifische Bestandteile der Vergütung können die Mitgliedstaaten, gegebenenfalls nach Anhörung der Sozialpartner, die Möglichkeit vorsehen, dass von dem in Absatz 1 formulierten Grundsatz abgewichen wird, wenn ein unbefristeter Vertrag oder ein anderer Vertrag zwischen den Leiharbeitnehmern und dem Leiharbeitunternehmen besteht, der ihnen hinsichtlich Inhalt und Dauer eine angemessene und fortlaufende Entlohnung unabhängig davon gewährleistet, ob sie einem anderen Unternehmen überlassen werden .