De Ministerraad antwoordt dat artikel 5, § 1
, I, 1°, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 de gemeenschappen de bevoegdheid inzake het gezondheidsbeleid toekent, onder voorbehoud van de uitzonderingen die het bepaalt, dat uit de parlementaire voorbereiding blijkt dat de reglementering inzake de uitoefening van de geneeskunst en de medische beroepen niet onder de materies betreffende he
t gezondheidsbeleid valt en dat het de federale wetgever toekomt de do
elstellingen inzake sociale ...[+++] zekerheid te bepalen, wat de zorg impliceert de doorzichtigheid en de tariefzekerheid te waarborgen, met uitsluiting van elk honorariumsupplement ten opzichte van het Z.I. V. -tarief in de gevallen waarin het analyse- en begripsvermogen van de patiënt is verminderd. Hij voert ook de bevoegdheid van de federale Staat aan inzake het prijsbeleid (artikel 6, § 1, VI, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980), alsmede inzake het beleid tot bescherming van de verbruiker (artikel 6, § 1, VI, vierde lid, 2°).Der Ministerrat erwidert, dass Artikel 5 § 1 I Nr. 1 des Sondergesetzes vom 8. August 1980 den Gemeinschaften die Zuständigkeit der Gesundheitspolitik verleihe, vorbehaltlich der darin festgelegten Ausnahmen, und aus den Vorarbeiten hervorgehe, dass die Bestimmungen über die Ausübung der Heilkunst und der medizinischen Berufe nicht zu den Sachbereichen der Gesundheitspolitik gehörten und dass es dem föderalen Gesetzgeber obliege, di
e Zielsetzungen der sozialen Sicherheit zu bestimmen, wozu diejenige gehöre, die Transparenz und die Tarifsicherheit zu gewährleisten, wobei in den Fällen, wo Fähigkeiten des Patienten zur Analyse und zum Vers
...[+++]tändnis geschwächt seien, jegliche Honorarzusätze im Verhältnis zum K.I. V. -Tarif ausgeschlossen seien. Er führt auch die Zuständigkeit des Föderalstaates für die Preispolitik (Artikel 6 § 1 VI des Sondergesetzes vom 8. August 1980) sowie für die Politik des Verbraucherschutzes (Artikel 6 § 1 VI Absatz 4 Nr. 2) an.