2. De noodhulp als bedoeld in lid 1 kan bestaan uit een van de acties op het vlak van humanitaire hulpverlening die op grond van de artikelen 2, 3 en 4 van Verordening (EG) nr. 1257/96 voor financiering door de Unie in aanmerking zou komen en kan bijgevolg betrekking hebben op bijstand, hulpverlening en in voorkomend geval beschermingsoperaties teneinde levens te redden en te sparen bij rampen of in de onmiddellijke nasleep daarvan.
(2) Die Soforthilfe gemäß Absatz 1 kann sämtliche Maßnahmen der humanitären Hilfe einschließen, die für die Finanzierung durch die Union nach den Artikeln 2, 3 und 4 der Verordnung (EG) Nr. 1257/96 in Betracht kommen, und kann demnach Hilfs-, Unterstützungs- und erforderlichenfalls Schutzmaßnahmen zur Rettung und Erhaltung von Menschenleben in oder unmittelbar nach Katastrophen umfassen.