19. De nationale commissies voor controle op de geheime diensten wordt verzocht om bij de uitoefening van hun controlebevoegdheden een groot gewicht toe te kennen aan de bescherming van het privé-leven, ongeacht of het nu gaat om spionage tegen eigen burgers, burgers van andere EU-staten of burgers van derde landen.
19. Die nationalen Kontrollausschüsse der Geheimdienste werden ersucht, bei der Ausübung der ihnen übertragenen Kontrollbefugnisse dem Schutz der Privatsphäre großes Gewicht beizumessen, unabhängig davon, ob es um die Überwachung eigener Bürger, anderer EU-Bürger oder Drittstaatler geht.