3. Voor de toepassing van dit hoofdstuk worden als "horloge-uurwerken" aangemerkt, uurwerken die worden geregeld door een van een spiraalveer voorziene onrust, een kwartskristal of een ander systeem voor tijdsdeelbepaling, met een aanwijsplaat of met een systeem waarop een mechanische aanwijzing kan worden aangesloten.
3. Als"Kleinuhr-Werke" im Sinne des Kapitels 91 gelten Vorrichtungen, deren Gang durch eine Unruh mit Spiralfeder, einen Quarz oder ein anderes geeignetes Zeitteilersystem geregelt wird und die eine Anzeige oder ein System zur Aufnahme einer mechanischen Anzeige besitzen.