Daaruit volgt dat artikel 4, § 2ter, van het decreet van 30 maart 1999, door de staatsburgers van andere lidstaten van de Europese Gemeenschap en de Belgische staatsburgers die gebruik hebben gemaakt van hun recht van vrij verkeer binnen de Europese Gemeenschap en die een beroepsactiviteit uitoefenen in het Nederlandse taalgebied of in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad, maar die in het Franse of het Duitse taalgebied wonen, uit te sluiten van het stelsel dat dit artikel invoert, die categorie van personen op discriminerende wijze hun recht van vrij verkeer ontneemt dat is gewaarborgd bij de artikelen 39 en 43 van het EG-Verdrag.
Daraus ist zu schlussfolgern, dass Artikel 4 § 2ter des Dekrets vom 30. März 1999, indem er di
e Staatsangehörigen anderer Mitgliedstaaten der Europäischen Gemeinschaft und die belgischen Staatsangehörigen, die von ihrem Freizügigkeitsrecht innerhalb der Europäischen Gemeinschaft Gebrauch gemacht haben und die eine Berufstätigkeit im niederländischen Sprachgebiet oder im zweisprachigen Gebiet Brüssel-Hauptstadt ausüben, jedoch im französischen oder deutschen Sprachgebiet wohnen, von dem durch diesen Artikel eingeführten System ausschliesst, dieser Kategorie von Personen auf diskriminierende Weise ihr Freizügigkeitsrecht entzieht, das durc
...[+++]h die Artikel 39 und 43 des EG-Vertrags gewährleistet wird.