3. De lidstaten zorgen ervoor dat de verklaringen die de verdachte of beklaagde aflegt of het bewijs dat is verkregen met schending van zijn recht op een advocaat of in gevallen waarin overeenkomstig artikel 8 een afwijking van dit recht was toegestaan in geen enkel stadium van de procedure als bewijs tegen hem worden gebruikt, tenzij het gebruik van dat bewijs geen afbreuk zou doen aan de rechten van de verdediging.
3. Die Mitgliedstaaten sorgen dafür, dass in Fällen, in denen der Verdächtigte oder Beschuldigte Aussagen unter Missachtung seines Rechts auf Rechtsbeistand gemacht hat, oder in denen Beweise unter Missachtung dieses Rechts erhoben wurden oder in denen gemäß Artikel 8 eine Abweichung von diesem Recht genehmigt wurde, diese Aussagen oder Beweise in keiner Phase des Verfahrens als Beweis gegen ihn verwendet werden, es sei denn, deren Verwendung beeinträchtigt die Rechte der Verteidigung nicht.