Traduction de «standpunt dat dergelijke openstaande bilaterale » (Néerlandais → Allemand) :

12. ondersteunt het streven van bemiddelaar Matthew Nimetz om zoals voorzien in de bovengenoemde resoluties S/RES/817 en S/RES/845 van 1993 van de VN-Veiligheidsraad, in het kader van de Verenigde Naties de geschillen op te lossen die over de wettelijke naam van het land ontstaan zijn, om op grondslag van zijn voorstel van 6 oktober 2008 op zo kort mogelijke termijn tot definitieve overeenstemming tussen de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië en Griekenland te komen over de wijze waarop het onderscheid tussen de verschillende gebieden die tot verschillende staten behoren maar de naam Macedonië gemeen hebben, internationaal verduidelijkt kan worden; is zich ervan bewust dat dit voorstel door de beide partijen aarzelend tegemoet getreden wordt; neemt akte van de benoeming van de nieuwe onderhandelaar van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië en vraagt beide partijen om zich voor de gesprekken onder VN-auspiciën te blijven inzetten en een compromisoplossing te bereiken, zodat de kwestie niet langer een belemmering voor het lidmaatschap van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië van internationale organisaties vormt, zoals voorzien in het hiervoor genoemde interim-akkoord van 1995, dat nog altijd van kracht is; waarschuwt dat het achterwege blijven van spoedige overeenstemming tussen beide staten tot langdurig uitstel van de toetreding van de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië tot de EU kan leiden; staat op het standpunt dat dergelijke openstaande bilaterale kwesties op de Balkan de toetreding niet mogen hinderen en geen voorrang op de Europese integratieproces mogen krijgen;
12. unterstützt die Bemühungen des Vermittlers Matthew Nimetz im Rahmen der Vereinten Nationen entsprechend den oben genannten Resolutionen S/RES/817 und S/RES/845 von 1993 des Weltsicherheitsrats, mit denen die Differenzen beigelegt werden sollten, die anhand des verfassungsmäßigen Namens des Staats entstanden sind, damit schnellstmöglich eine endgültige Einigung zwischen der ehemaligen jugoslawischen Republik Mazedonien und Griechenland auf der Grundlage seines Vorschlags vom 6. Oktober 2008 dazu erreicht wird, wie die Abgrenzung zwischen den jeweiligen Bereichen, die zu unterschiedlichen Staaten gehören, jedoch beide als Mazedonien bezeichnet werden, auf internationaler Ebene geklärt werden kann; ist sich dessen bewusst, dass dieser Vorschlag von beiden Seiten zögerlich aufgenommen wird; nimmt die Benennung des neuen Unterhändlers der ehemaligen jugoslawischen Republik Mazedonien zur Kenntnis; fordert beide Seiten auf, die Verhandlungen im Rahmen der Vereinten Nationen weiterzuführen und zu einer Kompromisslösung zu gelangen, damit das Problem kein Hindernis mehr für die Mitgliedschaft der ehemaligen jugoslawischen Republik Mazedonien in internationalen Organisationen darstellt, wie dies im oben genannten Interimsabkommen von 1995, das immer noch in Kraft ist, vorgesehen ist; stellt warnend fest, dass dies zu einer langen Verzögerung des EU-Beitritts der ehemaligen jugoslawischen Republik Mazedonien führen kann, wenn nicht eine baldige Einigung beider Staaten erfolgt; ist der Auffassung, dass solche ungelösten bilateralen Themen auf dem Balkan den Beitritt nicht behindern und den Prozess der europäischen Integration nicht beeinträchtigen dürfen;

12. onderschrijft het streven van bemiddelaar Matthew Nimetz om zoals voorzien in resoluties 817 en 845 van 1993 van de VN-Veiligheidsraad, in het kader van de Verenigde Naties de geschillen op te lossen die over de wettelijke naam van het land ontstaan zijn, om op grondslag van zijn voorstel van 6 oktober 2008 op zo kort mogelijke termijn tot definitieve overeenstemming tussen de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië en Griekenland te komen over de wijze waarop het onderscheid tussen de verschillende gebieden die tot verschillende staten behoren maar de naam Macedonië gemeen hebben, internationaal verduidelijkt kan worden; is zich ervan bewust dat het voorstel door de beide partijen aarzelend tegemoet getreden wordt; neemt akte van de benoeming van de nieuwe Macedonische onderhandelaar en vraagt beide partijen om zich voor de gesprekken onder VN-auspiciën te blijven inzetten en een compromisoplossing te bereiken, zodat de kwestie niet langer een belemmering voor het lidmaatschap van de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië van internationale organisaties vormt, zoals voorzien in het interim-akkoord van 1995, dat nog altijd van kracht is; waarschuwt dat het achterwege blijven van spoedige overeenstemming tussen beide staten tot langdurig uitstel van de toetreding van de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië tot de EU kan leiden; staat op het standpunt dat dergelijke openstaande bilaterale kwesties op de Balkan de toetreding niet mogen hinderen en geen voorrang op de Europese integratiebeweging mogen krijgen;
12. unterstützt die Bemühungen des Vermittlers Matthew Nimetz im Rahmen der Vereinten Nationen entsprechend den Resolutionen 817 und 845 von 1993 des Weltsicherheitsrats, mit denen die Differenzen beigelegt werden sollten, die anhand des verfassungsmäßigen Namens des Staats entstanden sind, damit schnellstmöglich eine endgültige Einigung zwischen der ehemaligen jugoslawischen Republik Mazedonien und Griechenland auf der Grundlage seines Vorschlags vom 6. Oktober 2008 dazu erreicht wird, wie die Abgrenzung zwischen den jeweiligen Bereichen, die zu unterschiedlichen Staaten gehören, jedoch beide als Mazedonien bezeichnet werden, auf internationaler Ebene geklärt werden kann; ist sich dessen bewusst, dass dieser Vorschlag von beiden Seiten zögerlich aufgenommen wird; nimmt die Benennung des neuen mazedonischen Unterhändlers zur Kenntnis; fordert beide Seiten auf, die Gelegenheit zu nutzen und angesichts der Tatsache, dass kürzlich bedeutende Fortschritte erzielt wurden, die Verhandlungen umgehend wieder aufzunehmen und zu einer Kompromisslösung zu gelangen, damit das Problem kein Hindernis mehr für die Mitgliedschaft der ehemaligen jugoslawischen Republik Mazedonien in internationalen Organisationen darstellt, wie dies im Interimsabkommen von 1995, das immer noch in Kraft ist, vorgesehen ist; stellt warnend fest, dass dies bis zu einer baldigen Einigung beider Staaten zu einer langen Verzögerung des EU-Beitritts der ehemaligen jugoslawischen Republik Mazedonien führen kann; ist der Auffassung, dass solche herausragenden bilateralen Themen auf dem Balkan den Beitritt nicht behindern und den Prozess der europäischen Integration nicht beeinträchtigen dürfen;

22. benadrukt dat bij kwesties van mondiale reikwijdte of die verband houden met het mondiaal bestuur, de EU en niet haar lidstaten de onderhandelingspartner van de opgekomen mogendheden, de BRICS-landen en andere opkomende landen dient te zijn; acht het, om tot een coherent beleidsstandpunt ten opzichte van de BRICS-landen en andere opkomende mogendheden te komen, van wezenlijk belang dat de lidstaten uiterst transparant omgaan met hun bilaterale betrekkingen en rekening houden met de mogelijke gevolgen van dergelijke betrekkingen voor het beleid en standpunt van de EU; is van mening dat de EU naar meer politieke en economische cohesie en groei dient te streven om haar politieke invloed en sleutelrol in het zich vormende multipolaire stelsel te behouden en om door de BRICS-landen en de nieuwe opkomende landen als een noodzakelijke waardevolle tegenspeler te worden gezien;
22. betont, dass in Bezug auf Fragen globaler Tragweite oder Fragen, die sich auf die Weltordnungspolitik beziehen, die EU anstatt ihre Mitgliedstaaten der Ansprechpartner der Industriestaaten, der BRICS-Länder und anderer Schwellenländer sein sollte; ist der Ansicht, dass es mit Blick auf einen kohärenten politischen Standpunkt gegenüber den BRICS-Ländern und anderen Schwellenländern von grundlegender Bedeutung ist, dass die Mitgliedstaaten ihre bilateralen Beziehungen mit größtmöglicher Transparenz ausbauen und dabei die möglichen Auswirkungen dieser Beziehungen auf die Politik und die Standpunkte der EU bedenken; ist der Ansicht, dass die EU in politischer und wirtschaftlicher Hinsicht einen größeren Zusammenhalt und ein größeres Wachstum anstreben sollte, um politischen Einfluss und eine Schlüsselrolle in dem sich entwickelnden multipolaren System zu bewahren und von den BRICS-Ländern und den neuen Schwellenländern als ein nötiger und wertvoller Partner wahrgenommen zu werden;

26. herhaalt zijn standpunt dat de associatieovereenkomsten een belangrijk instrument vormen voor de stimulering van hervormingen, en dat zij concrete voorwaarden, tijdschema's en prestatiecriteria en een regelmatige evaluatieprocedure moeten omvatten, zodat de bilaterale betrekkingen met de EU holistisch en doeltreffend kunnen worden verdiept, de samenhang tussen alle onderdelen van dergelijke overeenkomsten kan worden vergroot, dat wil zeggen de politieke, economische, sociale en culturele componenten en de verplichtingen inzake de mensenrechten; benadrukt dat de uitgebreide programma's voor institutionele opbouw zo snel mogelijk van start moeten gaan; benadrukt dat de EU, rekening houdende met het ambitieuze karakter van de associatieovereenkomsten en hun doorslaggevende belang voor de toekomst van het OP, deze landen middels technische en financiële bijstand moet ondersteunen om hen in staat te stellen aan de verbintenissen inzake de tenuitvoerlegging te voldoen; herinnert de Commissie aan haar plicht om het Europees Parlement en de verantwoordelijke rapporteurs naar behoren op de hoogte te houden van de onderhandelingsmandaten voor de associatieovereenkomsten en de onderhandelingen zelf;
26. bekräftigt seine Auffassung, dass Assoziationsabkommen ein wichtiges Instrument zur Unterstützung von Reformen sind und konkrete Bedingungen, Zeitpläne und Leistungsvorgaben enthalten und regelmäßig überprüft werden sollten, um die bilateralen Beziehungen zur EU auf ganzheitliche Art zu vertiefen und Kohärenz zwischen allen Komponenten solcher Abkommen zu gewährleisten, d.h. den politischen, wirtschaftlichen, gesellschaftlichen Komponenten und bei den Menschenrechten; weist mit Nachdruck darauf hin, dass die Programme zum Aufbau von Institutionen so schnell wie möglich eingeleitet werden müssen; weist mit Nachdruck darauf hin, dass die EU diese Länder eingedenk des Anspruchs der Assoziationsabkommen und ihrer wesentlichen Bedeutung für die Zukunft der östlichen Partnerschaft technisch und finanziell unterstützen sollte, damit sie in der Lage sind, die eingegangenen Zusagen, die mit der Umsetzung einhergehen, auch einzuhalten; erinnert die Kommission an ihre Verantwortung, das Parlament und die zuständigen Berichterstatter angemessen über die Verhandlungsmandate für die Assoziierungsabkommen sowie über die laufenden Verhandlungen zu informieren;