Na de onderhandelingen is de rapporteur van mening dat de vooruitgang die het Parlement geboekt heeft significant is, met name wanneer er enerzijds rekening mee gehouden wordt dat de tekst van het gemeenschappelijk standpunt veel minder ver ging dan de huidige bevoegdheden van het Parlement en anderzijds dat de procedure zoals bedoeld in de verklaring van 1975 de twee takken van de begrotingsautoriteit niet op "gelijke voet" plaatst.
Nach Abschluss der Verhandlungen ist der Berichterstatter der Auffassung, dass vom Parlament bedeutende Fortschritte erzielt wurden, insbesondere wenn man berücksichtigt, dass zum einen der Text des Gemeinsamen Standpunkts gegenüber den derzeitigen Befugnissen des Parlaments sehr zu wünschen übrig ließ, und dass zum anderen das in der Erklärung vom 1975 vorgesehenen Verfahren die beiden Teile der Haushaltsbehörde nicht die gleichen „Waffen“ in die Hand gibt.