Artikel 17, 3°, van het bestreden decreet werd als volgt verantwoord : « De Raad van State heeft in een aantal arresten bevestigd dat de overheid na een vernietigingsarrest van de Raad van State over een nieuwe volle termijn van 180 dagen beschikt om een nieuwe beslissing te nemen, gelet op de terugwerkende kracht van een vernietigingsarrest (zie onder meer R.v.St., 24 februari 2009, nr. 190.762, Van Ermen en vzw Vrienden van Heverleebos en Meerdaalwoud).
Artikel 17 Nr. 3 des angefochtenen Dekrets wurde wie folgt begründet: « Der Staatsrat hat in einer Reihe von Entscheiden bestätigt, dass die Behörde nach einem Nichtigkeitsentscheid des Staatsrats über eine neue volle Frist von 180 Tagen verfügt, um eine neue Entscheidung zu treffen, angesichts der Rückwirkung eines Nichtigerklärungsentscheids (siehe unter anderem Staatsrat, 24. Februar 2009, Nr. 190.762, Van Ermen und VoG Vrienden van Heverleebos en Meerdaalwoud).