Op 30 april 1998 hebben de rechters-verslaggevers G. De Baets en P. Martens, met toepassing van artikel 72, eerste lid, van de voornoemde organieke wet, de voorzitter ervan in kennis gesteld dat zij ertoe zouden kunnen worden gebracht aan het Hof voor te stellen de zaak af te doen met een arrest van onmiddellijk antwoord op voormelde prejudiciële vraag.
Am 30. April 1998 haben die referierenden Richter G. De Baets und P. Martens gemäss Artikel 72 Absatz 1 des vorgenannten organisierenden Gesetzes den Vorsitzenden davon in Kenntnis gesetzt, dass sie dazu veranlasst werden könnten, dem Hof vorzuschlagen, die Rechtssache mit einem in unverzüglicher Beantwortung der vorgenannten präjudiziellen Frage zu verkündenden Urteil zu beenden.