43. stemt volledig met de Rekenkamer in wanneer deze opmerkt dat de "voornaamste inherente risico's voor de wettigheid en regelmatigheid van de uitgaven voor structurele acties ontstaan door de verscheidenheid aan organen en instanties die een rol spelen in het beheersproces, het grote aantal programma's en projecten die elk gedurende een periode van enkele jaren worden uitgevoerd, en de ruimte voor mogelijke tekortkomingen in de beheers- en controlesystemen"; is het
voorts eens met de stelling dat "aan de subsidiabiliteit van uitgaven een groot aantal v
...[+++]oorwaarden verbonden [zijn], die niet altijd duidelijk zijn, hetgeen leidt tot het risico van uiteenlopende interpretaties" (paragraaf 5.10 van het jaarverslag van de Rekenkamer); 43. stimmt dem Rechnungshof uneingeschränkt zu, wenn er sagt, dass sich die "wichtigsten inhärenten Risiken in Bezug auf die Rechtmäßigkeit und Ordnungsmäßigkeit der Ausgaben für Strukturmaßnahmen durch die Vielzahl der am Verwaltungs
prozess beteiligten Stellen und Behörden, die große Zahl der über eine Reihe von Jahren umgesetzten Programme und Projekte, und mögliche Schwachstellen in den Verwaltungs- und Kontrollsystemen" ergeben; stimmt ferner der Aussage zu, wonach "eine große Zahl von Bedingungen hinsichtlich der Zuschussfähigkeit der Ausgaben (hinzukommt). Diese Bedingungen sind nicht immer klar, so dass das Risiko unterschiedlich
...[+++]er Auslegungen besteht" (Ziffer 5.10 des Jahresberichts des Rechnungshofs);