2. In dat geval kan de lidstaat een begin maken met zijn evaluatie met het oog op een voorlopige toelating, zodra er aanwijzingen zijn dat de termijnen voor de toelating van de stof niet zullen worden gehaald, en brengt hij de andere lidstaten en de Commissie onverwijld van zijn beoordeling van het dossier en van de toelatingsvoorwaarden op de hoogte, waarbij ten minste de in artikel 57, lid 1, bedoelde informatie wordt verstrekt.
2. In diesem Fall darf der Mitgliedstaat seine Bewertung im Hinblick auf eine Vorabzulassung einleiten, sobald Anhaltspunkte dafür vorliegen, dass die Fristen für die Wirkstoffzulassung nicht eingehalten werden können, und unterrichtet die anderen Mitgliedstaaten und die Kommission unverzüglich von dem Ergebnis seiner Überprüfung der Unterlagen und den Bedingungen für die Zulassung; er macht dabei mindestens die in Artikel 57 Absatz 1 vorgesehenen Angaben.