2. Elke lidstaat neemt de nodige maatregelen om ieder persoon die op de hoogte is van het plegen van een van de in de artikelen 3 tot en met 7 genoemde strafbare feiten tegen een persoon onder de achttien jaar, aan te moedigen om die feiten bij de bevoegde diensten aan te geven.
2. Jeder Mitgliedstaat trifft die erforderlichen Maßnahmen, um eine Person, die weiß oder einen begründeten Verdacht hat, dass gegen eine Person unter 18 Jahren eine Straftat nach den Artikeln 3 bis 7 begangen wird, zu ermutigen, diese den zuständigen Stellen zu melden.