12. benadrukt dat de Europese instellingen de beginselen van subsidiariteit en evenredigheid moeten respecteren, zoals verankerd in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie en in Protocol nr. 2 bij het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, die een algemeen karakter hebben en bindend zijn voor de instellingen bij de uitoefening van de bevoegdheden van de Unie, met dien verstande dat het beginsel van subsidiariteit niet van toepassing is op de beleidsgebieden die tot de exclusieve bevoegdheid van de Unie behoren;
12. betont, dass die europäischen Organe die Grundsätze der Subsidiarität und der Verhältnismäßigkeit achten müssen, die in Artikel 5 des Vertrags über die Europäische Union und im Protokoll (Nr. 2) des Vertrags über die Arbeitsweise der Europäischen Union verankert sind und die allgemeine Geltung haben und für die Organe bei der Ausübung der Befugnisse der Union verbindlich sind – mit der Ausnahme, dass der Grundsatz der Subsidiarität keine Anwendung findet, wenn Bereiche betroffen sind, die in die ausschließliche Zuständigkeit der Union fallen;