Het blijkt duidelijk, zowel uit de tekst van artikel 7, tweede lid, van het decreet van 20 april 2012 als uit het uittreksel van de in B.11.2 aangehaalde memorie van toelichting dat de decreetgever elke mogelijkheid om subsidies te verkrijgen enkel wil voorbehouden aan de structuren die kunnen bewijzen dat de Nederlandse taal daadwerkelijk wordt gebruikt in de werking van de kinderopvanglocatie.
Sowohl aus dem Wortlaut von Artikel 7 Absatz 2 des Dekrets vom 20. April 2012 als auch aus dem in B.11.2 angeführten Auszug aus der Begründung geht hervor, dass der Dekretgeber jede Möglichkeit, Zuschüsse zu erhalten, nur den Strukturen vorbehalten möchte, die nachweisen können, dass die niederländische Sprache tatsächlich bei der Tätigkeit der Kinderbetreuungsstätte benutzt wird.