Een gemeenschappelijk immigratiebeleid kan niet beperkt blijven tot een toelatings- en terugkeerbeleid. Voor een succesvol beheer van de migratiestromen moet in het wederzijds belang van de Unie en van derde landen zwaar worden geïnvesteerd in de betrekkingen met derde landen van herkomst en doorreis, met name in de vorm van bijstand en samenwerking.
Eine gemeinsame Einwanderungspolitik darf sich nicht auf die Regelung von Zulassungs- und Rückführungsverfahren beschränken. Eine erfolgreiche Steuerung der Migrationsströme muss im Interesse von Drittländern und Union mit einer entschlossenen Investition in die Beziehungen mit Drittstaaten – Herkunfts- wie Transitländern – einhergehen, insbesondere im Wege von Unterstützungsleistungen und Kooperation.