Traduction de «taalkennis en grote » (Néerlandais → Allemand) :

TERMINOLOGIE

Grote Regio | Grote Regio Saar-Lor-Lux
Großregion | Großregion Saar-Lor-Lux

taalkennis
Sprachkenntnis

grote herstellingswerken aan gebouwen rapporteren | grote reparaties aan gebouwen rapporteren | grote herstellingswerken aan gebouwen melden | grote reparaties aan gebouwen melden
große Gebäudereparaturen melden

gebied van de Grote Meren | gebied van de Grote Meren in Afrika | Grote Merengebied
afrikanische Region der Großen Seen | Region der afrikanischen Großen Seen | Region der Großen Seen | Region der Großen Seen in Afrika

speciale vertegenwoordiger van de EU voor het gebied van de Grote Meren in Afrika | speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie voor het gebied van de Grote Meren in Afrika | SVEU voor het gebied van de Grote Meren in Afrika
EU-Sonderbeauftragter für die afrikanische Region der Großen Seen | Sonderbeauftragter der Europäischen Union für die afrikanische Region der Großen Seen

afdrukken op grote machines | drukken op grote machines | printen op grote machines
auf großen Druckmaschinen drucken

mensen van grote hoogten evacueren | mensen van grote hoogten weghalen
Menschen aus großer Höhe evakuieren

grote naturalisatie
große Einbürgerung

grote risico's
Großrisiken

Woningfonds van de Grote Gezinnen van Wallonië
Wohnungsfonds der kinderreichen Familien der Wallonie

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

C. overwegende dat vrouwelijke immigranten bij hun integratie over het algemeen grote obstakels tegenkomen, met name moeilijke toegang tot de arbeidsmarkt, lage arbeidsparticipatie en hoge werkloosheidspercentages, werk in tijdelijke of laagbetaalde banen zonder enige sociale en economische bescherming of in de grijze of zwarte sector, beperkte taalkennis, geringe deelname aan het basisonderwijs en zeker aan het hoger onderwijs, beperkte deelname aan het sociale, politieke en culturele leven en de vakbonden in het gastland, armoede en sociaal isolement; echter overwegende dat een niet te verwaarlozen aantal jonge vrouwen die in hun land van herkomst een hoger diploma hebben behaald, in de EU relatief ongeschoold werk verrichten, bijvoorbeeld als hulp in de huishouding, ten gevolge van de hoge werkloosheid onder vrouwen in hun land van herkomst en het lage loon voor de beroepen en banen die bij hun diploma aansluiten,
C. in der Erwägung, dass Migrantinnen bei der Integration in der Regel auf erhebliche Probleme stoßen, vor allem Schwierigkeiten beim Zugang zum Arbeitsmarkt, eine niedrige Beschäftigungsquote und hohe Arbeitslosigkeit, befristete oder schlecht bezahlte Beschäftigung oft ohne jeglichen sozialen oder wirtschaftlichen Schutz oder in der Schattenwirtschaft und Schwarzarbeit, eingeschränkte sprachliche Fähigkeiten, geringe Beteiligung an der Grundbildung und vor allem an der Hoch- und Fachschulbildung, eingeschränkte Teilhabe am gesellschaftlichen, politischen, gewerkschaftlichen und kulturellen Leben des Aufnahmelandes, Armut und soziale Ausgrenzung; unter Hinweis dennoch darauf, dass eine nicht unwesentliche Zahl junger Frauen, die in ihrem Land ein Hochschulstudium absolviert haben, in der Europäischen Union Stellen innehaben, die eine geringe Qualifizierung erfordern, beispielsweise als Hausangestellte, als Folge der hohen Frauenarbeitslosigkeit in ihren Ländern und der niedrigen Löhne, die sie für eine ihren Qualifizierungen entsprechende Stelle beanspruchen könnten,

C. overwegende dat vrouwelijke immigranten bij hun integratie over het algemeen grote obstakels tegenkomen, met name moeilijke toegang tot de arbeidsmarkt, lage arbeidsparticipatie en hoge werkloosheidspercentages, werk in tijdelijke of laagbetaalde banen zonder enige sociale en economische bescherming of in de grijze of zwarte sector, beperkte taalkennis, geringe deelname aan het basisonderwijs en zeker aan het hoger onderwijs, beperkte deelname aan het sociale, politieke en culturele leven en de vakbonden in het gastland, armoede en sociaal isolement; echter overwegende dat een niet te verwaarlozen aantal jonge vrouwen die in hun land van herkomst een hoger diploma hebben behaald, in de Europese Unie relatief ongeschoold werk verrichten, bijvoorbeeld als hulp in de huishouding, ten gevolge van de hoge werkloosheid onder vrouwen in hun land van herkomst en het lage loon voor de beroepen en banen die bij hun diploma aansluiten,
C. in der Erwägung, dass Migrantinnen bei der Integration in der Regel auf erhebliche Probleme stoßen, vor allem Schwierigkeiten beim Zugang zum Arbeitsmarkt, eine niedrige Beschäftigungsquote und hohe Arbeitslosigkeit, befristete Beschäftigung im Niedriglohnsektor ohne jeglichen sozialen oder wirtschaftlichen Schutz oder in der Schattenwirtschaft und Schwarzarbeit, eingeschränkte sprachliche Fähigkeiten, geringe Beteiligung an der Grundbildung und vor allem an der Hoch- und Fachschulbildung, eingeschränkte Teilhabe am gesellschaftlichen, politischen, gewerkschaftlichen und kulturellen Leben des Aufnahmelandes, Armut und soziale Ausgrenzung; unter Hinweis dennoch darauf, dass eine nicht unwesentliche Zahl junger Frauen, die in ihrem Land ein Hochschulstudium absolviert haben, in der Europäischen Union Stellen innehaben, die eine geringe Qualifizierung erfordern, beispielsweise als Hausangestellte, da die betreffenden Löhne höher sind als diejenigen, die sie in ihrem Land für eine ihren Qualifizierungen entsprechende Stelle beanspruchen könnten,

27. benadrukt nogmaals de rol en bijdrage van het toerisme, in het perspectief van het streefdoel van de Europese Raad van Lissabon van 23 en 24 maart 2000 om van Europa een regio van volledige tewerkstelling met een levenskrachtige en competitieve economie te maken, vooral de regio's met ontwikkelingsachterstand, en meer in het bijzonder de ultraperifere regio's; wijst er daarbij op dat toeristische activiteiten gekenmerkt worden door ruime gebruikmaking van arbeidskrachten vooral tijdens het toerismeseizoen die alsmaar sterker gespecialiseerd moeten zijn, hetgeen een beleid voor betere technologische beroepsvorming, taalkennis en grote mobiliteit van toeristische dienstverleners vergt;
27. betont erneut die Rolle und den Beitrag des Tourismus im Zusammenhang mit dem vom Europäischen Rat von Lissabon am 23. und 24. März 2000 gesetzten Ziel, Europa zu einer Region mit Vollbeschäftigung und einer starken und wettbewerbsfähigen Wirtschaft zu machen, insbesondere, was die Regionen mit Entwicklungsrückstand anbelangt, wozu vor allem die Regionen in äußerster Randlage gehören; erinnert in diesem Zusammenhang daran, dass die Touristikbranche ein Wirtschaftszweig ist, der eine große Zahl von Arbeitskräften, vor allem Saisonarbeitskräften, bindet, von denen eine immer stärkere Spezialisierung verlangt wird, was eine technologisch anspruchsvollere berufliche Bildung, Sprachkenntnisse sowie eine stärkere Mobilität der in dieser Branche Beschäftigten erfordert und begünstigt;

27. benadrukt nogmaals de rol en bijdrage van het toerisme, in het perspectief van het streefdoel van de Top van Lissabon om van Europa een regio van volledige tewerkstelling met een levenskrachtige en competitieve economie te maken, vooral de regio's met ontwikkelingsachterstand, en meer in het bijzonder de ultraperifere regio's; wijst er daarbij op dat toeristische activiteiten gekenmerkt worden door ruime gebruikmaking van arbeidskrachten vooral tijdens het toerismeseizoen die alsmaar sterker gespecialiseerd moeten zijn, hetgeen een beleid voor betere technologische beroepsvorming, taalkennis en grote mobiliteit van toeristische dienstverleners vergt;
27. betont erneut die Rolle und den Beitrag des Tourismus im Zusammenhang mit dem auf dem Gipfel von Lissabon gesetzten Ziel, Europa zu einer Region mit Vollbeschäftigung und einer starken und wettbewerbsfähigen Wirtschaft zu machen, insbesondere, was die Regionen mit Entwicklungsrückstand anbelangt, wozu vor allem die Regionen in äußerster Randlage gehören; erinnert in diesem Zusammenhang daran, dass die Touristikbranche ein Wirtschaftszweig ist, der eine große Zahl von Arbeitskräften, vor allem Saisonarbeitskräften, bindet, von denen eine immer stärkere Spezialisierung verlangt wird, was eine technologisch anspruchsvollere berufliche Bildung, Sprachkenntnisse sowie eine stärkere Mobilität der in dieser Branche Beschäftigten erfordert und begünstigt;