Vertaling van "tegen 2030 aangezien grootschalige infrastructuur niet altijd " (Nederlands → Duits) :

225. stelt met bezorgdheid vast dat het gebruik van gecombineerde financiering (blending) in de energiesector met name gericht is op grote projecten, waarbij minder nadruk op lokale energieoplossingen wordt gelegd; verzoekt de Unie met klem zich te onthouden van een van bovenaf georganiseerde aanpak voor de ontwikkeling van energie-infrastructuur met het oog op universele toegang tot energie tegen 2030, aangezien grootschalige infrastructuur niet altijd binnen de economische en sociale structuur van het land past en de armen – die meestal meer gebaat zijn bij kleinere, gedecentraliseerde en niet op het netwerk aangesloten energiebronnen – geen toegang tot energie biedt;
225. stellt mit Besorgnis fest, dass die Mischfinanzierung im Energiesektor in erster Linie bei Großprojekten zum Einsatz kommt, während lokale Energielösungen nachrangig sind; fordert die EU nachdrücklich auf, beim Ausbau der Energieinfrastruktur auf einen Top-down-Ansatz zu verzichten, damit bis spätestens 2030 ein universeller Zugang zu Energie für alle sichergestellt werden kann, und gibt zu bedenken, dass große Infrastrukturvorhaben der wirtschaftlichen und sozialen Struktur des Landes möglicherweise nicht gerecht werden und armen Menschen, für die kleinere, dezentralisierte und netzferne Energiequellen häufig geeigneter und wirkungsvoller sind, keinen Zugang zu Energie bieten;

219. stelt met bezorgdheid vast dat het gebruik van gecombineerde financiering (blending) in de energiesector met name gericht is op grote projecten, waarbij minder nadruk op lokale energieoplossingen wordt gelegd; verzoekt de Unie met klem zich te onthouden van een van bovenaf georganiseerde aanpak voor de ontwikkeling van energie-infrastructuur met het oog op universele toegang tot energie tegen 2030, aangezien grootschalige infrastructuur niet altijd binnen de economische en sociale structuur van het land past en de armen – die meestal meer gebaat zijn bij kleinere, gedecentraliseerde en niet op het netwerk aangesloten energiebronnen – geen toegang tot energie biedt;
219. stellt mit Besorgnis fest, dass die Mischfinanzierung im Energiesektor in erster Linie bei Großprojekten zum Einsatz kommt, während lokale Energielösungen nachrangig sind; fordert die EU nachdrücklich auf, beim Ausbau der Energieinfrastruktur auf einen Top-down-Ansatz zu verzichten, damit bis spätestens 2030 ein universeller Zugang zu Energie für alle sichergestellt werden kann, und gibt zu bedenken, dass große Infrastrukturvorhaben der wirtschaftlichen und sozialen Struktur des Landes möglicherweise nicht gerecht werden und armen Menschen, für die kleinere, dezentralisierte und netzferne Energiequellen häufig geeigneter und wirkungsvoller sind, keinen Zugang zu Energie bieten;

12. stelt met bezorgdheid vast dat het gebruik van gecombineerde faciliteiten in de energiesector met name gericht is op grote projecten, waarbij minder nadruk op lokale energieoplossingen wordt gelegd; verzoekt de Unie met klem zich te weerhouden van een van bovenaf georganiseerde aanpak voor de ontwikkeling van energie-infrastructuur met het oog op universele toegang tot energie tegen 2030, aangezien grootschalige infrastructuur niet altijd binnen de economische en sociale structuur van het land past en de armen – die meestal meer gebaat zijn bij kleinere, gedecentraliseerde en niet op het netwerk aangesloten energiebronnen – geen toegang tot energie biedt;
12. stellt mit Besorgnis fest, dass die Mischfinanzierung im Energiesektor in erster Linie für Großprojekte eingesetzt wird und lokalen Energielösungen weniger Beachtung beigemessen wird; fordert die Union nachdrücklich auf, beim Ausbau der Energieinfrastruktur auf einen Top-down-Ansatz zu verzichten, damit bis spätestens 2030 ein universeller Zugang zu Energie für alle sichergestellt werden kann, und gibt zu bedenken, dass große Infrastrukturvorhaben der wirtschaftlichen und sozialen Struktur des Landes möglicherweise nicht gerecht werden und den Armen, für die kleinere, dezentralisierte und netzferne Energiequellen häufig geeigneter und wirkungsvoller sind, keinen Zugang zu Energie bieten;

26. merkt met bezorgdheid op dat het energiepartnerschap tussen Afrika en de EU zich met name lijkt te richten op grote projecten en interconnectoren waarbij minder nadruk op lokale energieoplossingen wordt gelegd; verzoekt de EU met klem zich te weerhouden van een van bovenaf georganiseerde aanpak voor de ontwikkeling van energie-infrastructuur, aangezien grootschalige infrastructuren niet altijd binnen de economische en sociale structuur van het land passen en de armen – die meestal meer gebaat zijn bij kleinere, lokale energiebronnen – geen toegang tot energie bieden;
26. stellt besorgt fest, dass es bei der Energiepartnerschaft zwischen Afrika und der EU (AEEP) und ihrem Teilprogramm für erneuerbare Energien offensichtlich vor allem um große Projekte und Verbindungsleitungen geht und weniger um lokale Energiekonzepte; fordert die EU mit Nachdruck auf, bei der Entwicklung von Energieinfrastrukturen auf jeden Top-Down Ansatz zu verzichten und die Tatsache zu berücksichtigen, dass groß angelegte Infrastrukturen der wirtschaftlichen und gesellschaftlichen Struktur eines Landes vielleicht nicht immer entsprechen und auch nicht dazu geeignet sind, den Armen einen Zugang zu Energie zu bieten, da für diese Menschen kleinere lokale Energieträger in der Regel angemessener sind;