32 . Voor uitsnijden bestemd vers vlees moet onmiddellijk nadat het in de uitsnijderij is binnengebracht en tot het ogenblik waarop het wordt verwerkt , worden opgeslagen in de punt 2 , sub a ) , bedoelde lokaal ; de temperatuur aldaar moet steeds zodanig zijn dat de inwendige temperatuur van de geslachte dieren en delen daarvan niet hoger dan + 7 * C kan worden .
32. Frisches Fleisch, das zerlegt werden soll, muß vom Zeitpunkt der Einlieferung in den Zerlegungsbetrieb bis zum Zeitpunkt der Bearbeitung in den in Nummer 2 Buchstabe a) genannten Raum gelagert werden ; dieser Raum muß so ausgestattet sein, daß die Innentemperatur der Tierkörper und Teilstücke + 7º C niemals übersteigt.