2. Wanneer de douaneautoriteiten van een land een TIR-operatie hebben gezuiverd, kunnen zij van de aansprakelijke organisatie niet meer de betaling vorderen van de in artikel 8, leden 1 en 2, bedoelde bedragen, tenzij het certificaat van beëindiging van de TIR-operatie ten onrechte of op frauduleuze wijze werd verkregen of dat geen beëindiging heeft plaatsgevonden.
(2) Haben die Zollbehörden eines Landes einen TIR-Versand erledigt, so können sie vom bürgenden Verband die Entrichtung der in Artikel 8 Absätze 1 und 2 genannten Beträge nicht mehr verlangen, es sei denn, dass die Bescheinigung über die Beendigung des TIR-Versands missbräuchlich oder betrügerisch erwirkt worden oder keine Beendigung erfolgt ist.