Vertaling van "ter herbebossing stelt " (Nederlands → Duits) :

TERMINOLOGIE

de Commissie stelt een procedure voor ter herziening dezer criteria
die Kommission shlaegt ein Verfahren zur Revision dieser Grundsaetze vor

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

6. dringt er bij de lidstaten op aan dat ze nadenken over de rol van bossen in de Europese Unie als onderdeel van een systematische reeks maatregelen voor grondbeheer, inclusief maatregelen voor beveiliging tegen overstromingen met de nadruk op een doeltreffender wateropvang en geologische veiligheidsmaatregelen ter stabilisering van hellingen en waar mogelijk ter herbebossing; stelt voor dat er een openbaar debat wordt gestart over de rol die bossen op sociaal en economisch gebied spelen en over hun belang voor het milieu, en dat deze discussie wordt aangegrepen om het bewustzijn van de verschillen tussen de bossen in Europa te verhogen, met name van de specifieke aard van bossen in het gebied rond de Middellandse Zee; is van mening dat het nodig is beter gebruik te maken van de structuurfondsen en het Cohesiefonds voor structurele maatregelen ter preventie van droogte, de belangrijkste versterkende factor bij natuurrampen; dat er stimuleringsmaatregelen moeten worden genomen voor bosbehoud en plattelandsbeheer zodat de bodem op diverse manieren wordt gebruikt (bosbouw, grasland, landbouwgewassen, irrigatie, enz.); stelt dat monocultuur alleen mag worden beoefend in duidelijk omschreven gebieden die vooral voor de betrokken soorten en de bijbehorende economische activiteiten geschikt zijn en dat dergelijke systemen op gezond verstand gebaseerd moeten zijn en dat eigenaren en producenten hun verantwoordelijkheden nauwgezet uitoefenen;
6. fordert die Mitgliedstaaten nachdrücklich auf, Überlegungen über die Rolle der Wälder in der Europäischen Union im Rahmen einer systematischen Raumordnung anzustellen, bei der auch dem Hochwasserschutz Rechnung getragen wird und der Schwerpunkt auf eine stärkere Rückhaltung des Wassers und eine geologische Absicherung im Sinne der Stabilisierung der Abhänge und der Wiederaufforstung, soweit möglich, gelegent wird; empfiehlt, eine öffentliche Debatte über die ökologische, soziale und ökonomische Funktion der Wälder einzuleiten; ist der Ansicht, dass dies die Sensibilisierung für die Vielfalt der europäischen Wälder fördert und dabei gerade die Besonderheiten der Wälder des Mittelmeerraums vermittelt; vertritt die Auffassung, dass eine bessere Nutzung der Strukturfonds und des Kohäsionsfonds für Strukturmaßnahmen zur Verhütung von Dürren erforderlich ist, da diese als wesentlicher Faktor zur Verschlimmerung von Naturkatastrophen beitragen; ist auch der Ansicht, dass Anreize zur Wald- und Landschaftspflege und -erhaltung gegeben werden müssen, um eine Palette verschiedener Nutzungsarten (Wald, Weide, Feldkulturen, Bewässerungskulturen usw.) zu schaffen; tritt dafür ein, dass Monokulturen nur in begrenzten Zonen betrieben werden, die für diese Kulturen und für die damit zusammenhängende wirtschaftliche Tätigkeit besonders geeignet sind, und dass dabei mit Umsicht vorgegangen wird und die Eigentümer und Erzeuger ihrer Verantwortung voll gerecht werden;

6. dringt er bij de lidstaten op aan dat ze nadenken over de rol van bossen in de Europese Unie als onderdeel van een systematische reeks maatregelen voor grondbeheer, inclusief maatregelen voor beveiliging tegen overstromingen met de nadruk op een doeltreffender wateropvang en geologische veiligheidsmaatregelen ter stabilisering van hellingen en waar mogelijk ter herbebossing; stelt voor dat er een openbaar debat wordt gestart over de rol die bossen op sociaal en economisch gebied spelen en over hun belang voor het milieu, en dat deze discussie wordt aangegrepen om het bewustzijn van de verschillen tussen de bossen in Europa te verhogen, met name van de specifieke aard van bossen in het gebied rond de Middellandse Zee; is van mening dat het nodig is beter gebruik te maken van de structuurfondsen en het Cohesiefonds voor structurele maatregelen ter preventie van droogte, de belangrijkste versterkende factor bij natuurrampen; dat er stimuleringsmaatregelen moeten worden genomen voor bosbehoud en plattelandsbeheer zodat de bodem op diverse manieren wordt gebruikt (bosbouw, grasland, landbouwgewassen, irrigatie, enz.); stelt dat monocultuur alleen mag worden beoefend in duidelijk omschreven gebieden die vooral voor de betrokken soorten en de bijbehorende economische activiteiten geschikt zijn en dat dergelijke systemen op gezond verstand gebaseerd moeten zijn en dat eigenaren en producenten hun verantwoordelijkheden nauwgezet uitoefenen;
6. fordert die Mitgliedstaaten auf, Überlegungen über die Rolle der Wälder in der Europäischen Union im Rahmen einer systematischen Raumordnung anzustellen, bei der auch dem Hochwasserschutz Rechnung getragen wird und auf eine stärkere Rückhaltung des Wassers und eine geologische Absicherung im Sinne der Stabilisierung der Abhänge und der Wiederaufforstung, soweit möglich, geachtet wird; empfiehlt, eine öffentliche Debatte über die ökologische, soziale und ökonomische Funktion der Wälder einzuleiten, auf diesem Weg die Sensibilisierung für die Vielfalt der europäischen Wälder zu fördern und dabei gerade die Besonderheiten der Wälder des Mittelmeerraums zu vermitteln; vertritt die Auffassung, dass eine bessere Nutzung der Strukturfonds und des Kohäsionsfonds für Strukturmaßnahmen zur Verhütung von Dürren erforderlich ist, da diese als wesentlicher Faktor zur Verschlimmerung von Naturkatastrophen beitragen und dass Anreize zur Wald- und Landschaftspflege und -erhaltung gegeben werden müssen, um eine Palette verschiedener Nutzungsarten (Wald, Weide, Feldkulturen, Bewässerungskulturen usw.) zu schaffen, und tritt dafür ein, dass Monokulturen nur in begrenzten Zonen betrieben werden, die für diese Kulturen und für die damit zusammenhängende wirtschaftliche Tätigkeit besonders geeignet sind, und dass dabei mit Umsicht vorgegangen wird und die Eigentümer und Erzeuger ihrer Verantwortung voll gerecht werden;

23. stelt voor dat lidstaten maatregelen tegen de droogte en verwoestijning en ter preventie van bosbranden en overstromingen moeten opnemen in hun plannen voor plattelands­ont­wikkeling en tot de uitvoering daarvan moeten worden verplicht, waarbij de deelname van boeren moet worden verplicht aan de herbebossing met gepaste soorten, het schoon houden van de bossen, de strijd tegen de erosie en een beter gebruik van het water, aangezien boeren de belangrijkste wakers van het landschap zijn; roept er derhalve toe op de steun voor het aanleggen van brandgangen waarin Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad van 17 mei 1999 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL) voorziet, te handhaven, alsook een betere steun te blijven verlenen aan maatregelen om het rendement van bossen te bevorderen zodat de ontvolking van minder rendabele berggebieden, zoals in het mediterrane gebied, kan worden tegengegaan (met bijzondere aandacht voor de instandhouding van gecombi­neerde landbouw-, bosbouw- en beweidingactiviteiten en de bescherming van weidelanden);
23. schlägt den Mitgliedstaaten vor, in ihre Pläne für die ländliche Entwicklung Maßnahmen zur Bekämpfung der Dürre und der Verödung sowie zur Verhütung von Bränden und Überschwemmungen verbindlich einzubeziehen und auszuführen und dabei die Beteiligung der Landwirte an der Wiederaufforstung mit geeigneten Arten, der Sauberhaltung der Wälder, der Bekämpfung der Erosion und einer besseren Wasserbewirtschaftung zu fördern, weil die Landwirte die wichtigsten Garanten des ländlichen Lebensraums sind; fordert daher die Aufrechterhaltung der in der Verordnung (EG) Nr. 1257/1999 des Rates vom 17. Mai 1999 über die Förderung der Entwicklung des ländlichen Raums durch den Europäischen Ausrichtungs- und Garantiefonds für die Landwirtschaft (EAGFL) aufgestellten Beihilferegelung für die Erstellung von Brandschutzstreifen und eine bessere Unterstützung der Maßnahmen zur Förderung der Wirtschaftlichkeit der Forstwirtschaft, die die Entvölkerung der wirtschaftlich weniger rentablen Waldgebiete verhindern, die dem Mittelmeerraum entsprechen können (mit besonderem Augenmerk auf die agroforstlichen oder Koppelstrukturen);

23. stelt voor dat lidstaten maatregelen tegen de droogte en verwoestijning en ter preventie van bosbranden en overstromingen moeten opnemen in hun plannen voor plattelandsontwikkeling en tot de uitvoering daarvan moeten worden verplicht, waarbij de deelname van boeren aan de herbebossing met gepaste soorten, het schoon houden van de bossen, de strijd tegen de erosie en een beter gebruik van het water moet worden aangemoedigd, aangezien boeren de belangrijkste behoeders van het landschap zijn; roept er derhalve toe op de steun voor de instandhouding van brandstroken waarin Verordening (EG) nr. 1257/1999 van de Raad van 17 mei 1999 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL) voorziet, te handhaven, alsook een betere steun te blijven verlenen aan maatregelen om het rendement van bossen te bevorderen zodat de ontbossing van minder rendabele berggebieden, zoals in het mediterrane gebied, kan worden tegengegaan (met bijzondere aandacht voor de instandhouding van gecombineerde landbouw-, bosbouw- en weideformaties);
23. schlägt den Mitgliedstaaten vor, in ihre Pläne für die ländliche Entwicklung Maßnahmen zur Bekämpfung der Dürre und der Wüstenbildung sowie zur Verhütung von Bränden und Überschwemmungen verbindlich einzubeziehen und auszuführen und dabei die Beteiligung der Landwirte an der Wiederaufforstung mit geeigneten Arten, der Sauberhaltung der Wälder, der Bekämpfung der Erosion und einer besseren Wasserbewirtschaftung zu fördern, weil die Landwirte die wichtigsten Garanten des ländlichen Lebensraums sind; fordert daher die Aufrechterhaltung der in der Verordnung (EG) Nr. 1257/1999 des Rates vom 17. Mai 1999 über die Förderung der Entwicklung des ländlichen Raums durch den Europäischen Ausrichtungs- und Garantiefonds für die Landwirtschaft (EAGFL) aufgestellten Beihilferegelung für die Unterhaltung von Brandschutzstreifen und eine bessere Unterstützung der Maßnahmen zur Förderung der Wirtschaftlichkeit der Forstwirtschaft, die die Abholzung der wirtschaftlich weniger rentablen Berggebiete verhindern, oftmals im Mittelmeerraum (mit besonderem Augenmerk auf die Strukturen der Landwirtschaft, der Forstwirtschaft und der Futterweiden);