Vertaling van "termen en fundamenteel " (Nederlands → Duits) :

TERMINOLOGIE

fundamenteel recht
Grundrecht

fundamenteel | van het grootste belang
fundamental

fundamenteel sociaal recht
soziales Grundrecht

fundamenteel onderzoek
Grundlagenforschung

gas/rook/damp/spuitnevel niet inademen (toepasselijke term - termen aan te geven door de fabrikant) | S23
Gas/Rauch/Dampf/Aerosol nicht einatmen(geeignete Bezeichnung(en)vom Hersteller anzugeben) | S23

Aanbeveling van 1 januari 1975 van de Internationale Douaneraad om de op grond van de Naamlijst van Brussel verzamelde statistische gegevens inzake de internationale handel uit te drukken in termen van de Type-Classificatie voor de Internationale Handel, herziening 2
Empfehlung des Rates für die Zusammenarbeit auf dem Gebiet des Zollwesens vom 1. Januar 1975, wonach für die auf der Grundlage des Brüsseler Zolltarifschemas zusammengestellten Aussenhandelsstatistiken die Terminologie des internationalen Warenverzeichnisses für die Handelsstatistik, Revision 2, zu verwenden ist

in reële termen | reëel
in realen Werten | real

basisonderzoek [ fundamenteel onderzoek ]
Grundlagenforschung

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

Een dergelijke aanpak zou fundamenteel resulteren in een verbeterde efficiëntie, niet alleen in economische termen, maar ook in termen van garantie van de gasvoorziening op de zeer korte termijn.
Ein solcher Ansatz würde grundsätzlich zu Effizienzsteigerungen führen, nicht nur in wirtschaftlicher Hinsicht, sondern auch in Bezug auf die Gewährleistung sehr kurzfristiger Gasversorgungssicherheit.

Het is van fundamenteel belang dat de mate van bescherming overeenstemt met de gevoeligheid in termen van beveiliging van de te beschermen informatie of het materiaal.
Es ist von entscheidender Bedeutung, dass der Umfang des Schutzes der Sicherheitsrelevanz der jeweils zu schützenden Informationen und Materialien entspricht.

C. overwegende dat de routekaart "Voor een stabiele en welvarende EU" die President Van Rompuy aan de Europese Raad van juni 2012 heeft voorgelegd, onvoldoende aandacht schenkt aan werkgelegenheid en sociaal beleid, ofschoon deze van fundamenteel belang zijn nu de Unie, en speciaal de Eurozone, op een echte monetaire en economische unie aankoersen; overwegende dat wanneer geen aandacht aan deze aspecten wordt geschonken, het gevaar bestaat dat een economisch beleid wordt gevolgd waarbij andere indicatoren worden genegeerd, en dat daarom geen resultaten kan opleveren in termen van werk en sociale inclusie;
C. in der Erwägung, dass in dem Fahrplan „für eine stabile und wohlhabende EU“, den Präsident Van Rompuy bei der Tagung des Europäischen Rates im Juni 2012 vorgelegt hat, die Beschäftigungs- und die Sozialpolitik nicht hinreichend behandelt werden, obwohl sie auf dem Weg der Union und insbesondere des Euroraums zu einer echten Währungs- und Wirtschaftsunion von wesentlicher Bedeutung sind; in der Erwägung, dass durch die Nichtbehandlung dieser Aspekte die Gefahr einer künftigen Wirtschaftspolitik besteht, die andere Indikatoren nicht berücksichtigt und daher keine Fortschritte im Hinblick auf Beschäftigung und soziale Eingliederung erzielen wird;

32. neemt met bezorgdheid kennis van de relatief bescheiden deelname van bepaalde lidstaten in KP7, hetgeen niet bevorderlijk is voor de territoriale samenhang en de evenwichtige ontwikkeling van Europa; is van mening dat een betere coördinatie, cohesie en synergie tussen KP7 en de structuurfondsen en het Cohesiefonds, en een beter gebruik van het programma „Mensen” de participatie van ondervertegenwoordigde lidstaten zou kunnen verbeteren; is van mening dat, door gebruikmaking van de structuurfondsen ter versterking van de onderzoeksinfrastructuur en ter bevordering van capaciteitsopbouw op het gebied van onderzoek en innovatie, alle lidstaten in staat kunnen worden gesteld op de ladder naar topkwaliteit een hoger excellentieniveau te bereiken; is daarom ingenomen met de oprichting van de groep deskundigen op het gebied van synergieën, die in ingesteld om synergie-effecten te bewerkstelligen tussen KP7, de structuurfondsen en het CIP; benadrukt echter dat het absoluut noodzakelijk is de criteria voor KP7 te onderscheiden van de criteria voor de structuurfondsen, aangezien het uitmuntendheidsbeginsel (voor de nalevingscontrole en coördinatie waarvan alleen de Commissie bevoegd is) de doorslag moet geven bij de toewijzing van KP7-subsidies teneinde maximale toegevoegde waarde voor OOI in Europa te garanderen; merkt op dat voor de periode 2007-2013 binnen het cohesiefonds 86 miljard euro is toegewezen ter ondersteuning van innovatie (25% van het totale bedrag), waarvan 50 miljard euro voor fundamenteel onderzoek en technologische ontwikkeling, hetgeen overeenkomt met het totale budget van KP7; onderstreept het belang van de territoriale dimensie van OO, en wijst erop dat bij de beleidsvorming rekening moet worden gehouden met de specifieke behoeften en capaciteiten van de respectieve gebieden („slimme specialisatie”); beschouwt de betrokkenheid van regionale en lokale overheden als essentieel voor de versterking van de onderzoeks- en innovatiecapaciteit van de ...
32. stellt mit Besorgnis fest, dass die relativ bescheidene Beteiligung bestimmter Mitgliedstaaten am RP7 dem territorialen Zusammenhalt und einer ausgewogenen Entwicklung in Europa nicht förderlich ist; ist der Ansicht, dass eine bessere Koordinierung, Kohärenz und Synergie des RP7 mit den Strukturfonds und dem Kohäsionsfonds sowie eine bessere Nutzung des Programms „Personen“ die Teilnahme unterrepräsentierter Mitgliedstaaten fördern könnten; ist der Ansicht, dass durch die Nutzung der Strukturfonds zur Stärkung der Forschungsinfrastruktur und zur Förderung des Aufbaus von Kapazitäten in den Bereichen Forschung und Innovation alle Mitgliedstaaten in die Lage versetzt werden können, ein höheres Exzellenzniveau zu erreichen („Stufenleiter zur Verwirklichung von Forschungsexzellenz“); begrüßt daher die Einsetzung einer Sachverständigengruppe für Synergien (SEG), die Synergien zwischen dem RP7, den Strukturfonds und dem CIP ausmachen soll; unterstreicht jedoch, dass unbedingt zwischen Kriterien für das RP7 und für die Strukturfonds zu unterscheiden ist, da das Prinzip der Exzellenz (mit alleiniger Verwaltung und Koordinierung durch die Kommission) bei der Zuweisung von RP7-Mitteln Vorrang haben sollte, um so einen europäischen Zusatznutzen im FEI-Bereich zu erreichen; weist mit Genugtuung darauf hin, dass für den Zeitraum 2007–2013 im Kohäsionsfonds 86 Mrd. EUR (25 % der Gesamtsumme) für die Innovationsförderung vorgesehen sind, davon 50 Mrd. EUR – dies entspricht dem Gesamthaushalt des RP7 – für Kernaktivitäten in der Forschung und Technologieentwicklung; betont, dass die territoriale Dimension der FuE von größter Bedeutung ist und die besonderen Erfordernisse und Fähigkeiten der einzelnen Gebiete bei der Entwicklung von Maßnahmen berücksichtigt werden müssen („intelligente Spezialisierung“); betrachtet daher die Einbeziehung regionaler und lokaler Stellen als wesentlich für die Verbesserung der Forschungs- und Innovationskapazitäten der jeweiligen Region; em ...

Zo ondernam onze collega Tatjana Ždanoka bijvoorbeeld een poging om in alle mogelijke formuleringen in de resolutie de kwestie op te nemen van de inwoners zonder staatsburgerschap. Een kwestie die exclusief op de situatie in Letland van toepassing is. Zij probeerde deze kwestie te benadrukken en Europa angst aan te jagen met de ruim 400 000 niet-staatsburgers in Letland, waardoor de situatie is ontstaan dat er in veel delen van de tekst van de conclusies van het verslag verschillende juridische termen en fundamenteel van elkaar verschillende concepten als etnische minderheden, immigranten, vluchtelingen, stateloze burgers en niet-staatsburgers, die niet hetzelfde zijn, toch door elkaar zijn gebruikt.
So hat beispielsweise unsere Kollegin Tatjana Ždanoka den Versuch unternommen, in jeden nur erdenklichen Text des Entschließungsantrags die Frage der Nichtstaatsangehörigen aufzunehmen, die speziell auf Lettland zutrifft: Sie versuchte, sie in den Vordergrund zu stellen und Europa mit den über 400 000 Nichtstaatsangehörigen zu erschrecken, und sie schuf eine Situation, in der in vielen Teilen der Schlussfolgerungen des Berichtstexts verschiedene rechtliche Begriffe und solch grundsätzlich unterschiedliche Konzepte wie beispielsweise ethnische Minderheiten, Einwanderer, Flüchtlinge, Staatenlose und Nichtstaatsangehörige, die nicht dasselbe bedeuten, durcheinander gebracht wurden.